De Japanse kever komt de Alpen over
Zwitserland zet alle zeilen bij, ook letterlijk, om de Japanse kever terug te dringen. Mogen we de invasieve exoot straks ook bij ons verwachten?
Het is geen gezicht: hectares aan voetbalvelden in Bazel zijn afgedekt met zwarte plastic zeilen. Het is geen nieuw trucje van de Zwitsers om de grasmat nog perfecter te maken. Integendeel: het gras gaat eraan ten onder – en samen met dat gras de Japanse kever, hopen de Zwitsers.
In de omgeving van Bazel zijn al 38 Japanse kevers aangetroffen. Een jaar eerder werden al exemplaren gezien in Kloten, bij Zürich. De nieuwe vondst, vooral in lokvallen, maakt duidelijk: de invasieve exoot is de Alpen overgestoken. De kever is in 2014 voor het eerst waargenomen in het noorden van Italië en daarna in het zuiden van Zwitserland. Maar op sporadische meldingen na was hij nooit ten noorden van de Alpen opgedoken.
De Japanse kever is een fervente lifter. Waarschijnlijk kwam hij per vliegtuig naar Italië
Doorkijkstruiken
De Japanse kever mag er best wezen, met zijn bruin-groene schild en zwart-witte beharing. Maar gewenst is hij allerminst. Hij is namelijk een allesvreter, en doet zich tegoed aan meer dan 300 plantensoorten. Vooral de appelaar, pruimelaar, braam, wijnranken, maïs, olm, linde, esdoorn, roos en gazons lopen gevaar. In de VS, waar hij in 1916 zijn kolonisatie begon, veroorzaakt hij jaarlijks voor honderden miljoenen dollars economische schade.
“Ik heb hem al gezien aan het Lago Maggiore”, zegt Tim Adriaens, specialist invasieve soorten bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (Inbo). “Hij eet het bladgroen van tussen de nerven, waardoor je doorkijkstruiken krijgt.”
De Europese Unie plaatste de Japanse kever op de lijst van ‘quarantaine-organismen’. Dat betekent dat landen maatregelen moeten nemen als ze er een aantreffen. Ze moeten bijvoorbeeld een bufferzone afbakenen waarin groenafval gecontroleerd wordt. De zwarte zeilen die de grond afdekken, maken daar deel van uit.
Net als de meikever bij ons, legt de Japanse kever eitjes in grasvelden. De larven doen zich dan te goed aan de graswortels. Door het gras met doeken te bedekken, sterft niet alleen het gras, maar ook de larven. Overleven ze toch, dan kunnen ze moeilijker uitvliegen. In het getroffen gebied in Bazel mogen graslanden ook niet bewaterd worden: de vrouwelijke kevers verkiezen natte graslanden om eitjes te leggen. De enige uitzondering zijn lokvelden, die net aantrekkelijk gemaakt worden. Eenmaal de larven er zitten, worden ze omgeploegd.
Natuurlijke vijanden
Maar de vraag is of het wel lukt om de kever succesvol in te dammen. In Italië en Zwitserland is dat in elk geval niet gelukt, ondanks de vele methoden die er uitgeprobeerd zijn. Mogelijk speelt daar de late ontdekking. Toen een natuurfotograaf in juli 2014 de soort voor het eerst vastlegde, werden er al snel graslanden aangetroffen met 300 larven per vierkante meter.
Ook in de VS was het grotendeels vechten tegen de bierkaai. In Japan, waar hij van nature voorkomt, vormt de kever geen bedreiging, omdat hij er genoeg natuurlijke vijanden heeft. Ook in de VS werd geprobeerd om die vijanden te introduceren, maar dat had nauwelijks een invloed. Met ziekteverwekkende sporen hadden ze wel meer succes.
“We kunnen hoop putten uit het feit dat bladsprietkevers geen enorme afstanden afleggen”, zegt Adriaens. De jaarlijkse gebiedsuitbreiding wordt op 5 à 15 kilometer geschat. Bij de buxusmot was dat 100 kilometer per jaar, bij de Aziatische hoornaar 60 à 100 kilometer.
Insecticiden
Maar de kever is wel een fervente lifter. Op vliegtuigen, treinen of auto’s kunnen exemplaren honderden kilometers afleggen. Waarschijnlijk kwam de kever naar Italië per vliegtuig. “Omdat de eerste vindplaats dicht bij een militaire luchthaven ligt, bestaat het vermoeden dat hij op militair materieel meegekomen is”, zegt Jochem Bonte, entomoloog bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (Ilvo).
Wetenschappers menen wel dat individuele exemplaren zich niet zo makkelijk nestelen. Dat de kever pas honderd jaar na zijn kolonisatie van de VS bij ons voet aan de grond kreeg, duidt erop dat hij waarschijnlijk meerdere pogingen nodig had om zich hier duurzaam te vestigen.
Adriaens vreest dat, alle maatregelen ten spijt, de Japanse kever ook bij ons zal opduiken. “Ik geef het een jaar of tien. Ik denk niet dat we eraan zullen ontsnappen.”
Ook Bonte maakt zich weinig illusies. “De kans is reëel dat hij ook hier terechtkomt. We kunnen alleen maar ons best doen om te voorkomen dat hij zich hier verder verspreidt.”
Als de kever bij ons opduikt, is het niet ondenkbaar dat ook wij grasvelden zullen afdekken met grote plastic zeilen. “Als daar een goede economische reden voor is, zie ik dat zeker gebeuren”, zegt Adriaens. “In veel teelten zijn die plastic folies de normaalste zaak van de wereld, en er is ook een hele industrie rond.”
In de wetenschappelijke literatuur is vooral onderzocht hoe schadelijk de kever is voor landbouw en sierteelten. Maar over de impact op de biodiversiteit is veel minder geweten. “De grootste impact lijkt, ironisch genoeg, door het beheer te komen”, zegt Adriaens. “Er worden enorme hoeveelheden insecticide gebruikt. Die neonicotinoïden zijn ook extreem schadelijk voor inheemse insecten.”
Een Japanse kever gezien? Meld uw vondst met foto op waarnemingen.be.