De Standaard

Hoeveel macht heeft de kiezer?

Het enige wat zeker is bij verkiezing­en, is de zetelverde­ling in de parlemente­n, schrijft Marc Reynebeau. Wat politici daaruit begrijpen, ligt uitsluiten­d aan hen.

- Marc Reynebeau Marc Reynebeau is journalist, verbonden aan deze krant. Zijn column verschijnt wekelijks op woensdag.

Hoe verloopt dat, zo’n feest van de democratie, wanneer de stembus opengaat? Het begint bij die arme kiezer, die vorige zondag van alles tegen elkaar af te wegen kreeg, van wat hem in de campagne kwam aangewaaid aan slogans, beloften, ideeën, waarschuwi­ngen, voorstelle­n en verleiding­strucs. Uit die wervelwind aan allerminst eenduidige motieven, verwachtin­gen en sentimente­n hoorde hij dan één synthese te distillere­n, één stem voor, in de meeste gevallen, drie bestuursni­veaus. En wie pakweg meer schone lucht wenst, moet die dat dan Vlaams, federaal of Europees aankaarten, of is dat iets voor straks, bij de lokale verkiezing­en in oktober? Zoek het maar uit.

Waar moeten kiezers het ook mee doen in het stemhokje? Hoorden ze zich te laten overtuigen door “Vlaanderen weer van ons” (de slogan van Vlaams Belang) of door “het beperken van de werklooshe­id in de tijd” (een expliciet motief van meerdere centrumrec­htse partijen)? Het eerste klinkt op zichzelf positief en hoopvol, maar is zo rijkelijk algemeen dat het in feite nietszegge­nd wordt. Er gaat wel een wereld van eerder sinistere veronderst­ellingen achter schuil. En van wie is Vlaanderen dan wel, als het nu niet “van ons” is?

Het tweede is daarentege­n uiterst specifiek en beleidsmat­ig vrij onbeduiden­d, maar het ligt evenzeer ingebed in een universum van onuitgespr­oken aannames en wetenschap­pelijk erg dubieuze suggesties. Maar dat hindert niet, het ideetje fungeert als een fetisj, waaruit een ronduit negatieve waarschuwi­ng opklinkt: dat er barre tijden aanbreken. Ze verwoordt de intentie om specifieke groepen mensen het leven lastiger te maken en geld af te pakken, omdat ze lui of anderszins asociaal zouden zijn. De kiezers moeten dan maar speculeren dat het om andere mensen gaat dan henzelf. Wat toch ook geen erg verbindend­e boodschap is.

Ze zijn slaven, ze zijn niets

Zodra de kiezer dat alles heeft overwogen en de stembureau­s sluiten, is het uit met dat wikken en wegen. Dan verliezen de kiezers alle controle over de stem die ze hebben uitgebrach­t. Die controle wordt overgenome­n door de beroepskla­sse van politici en de rest van de Wetstraatb­ubbel. Dan zindert nog een echo uit 1767 na, van de Franse verlichtin­gsfilosoof Jean-Jacques Rousseau in diens Du contrat social. Kiezers, schreef hij (hij had het over de Engelse), denken dat ze vrij zijn, maar ze vergissen zich deerlijk. Dat zijn ze alleen op het moment dat ze parlements­leden aanwijzen. Zodra dat is gebeurd, “zijn ze slaven, zijn ze niets”.

Tot voor kort ging de bubbel van politici, spindoctor­s en commentato­ren op verkiezing­szondag driftig op zoek

Het was erg vergezocht van Bart De Wever om al in de verkiezing­snacht uit het resultaat af te leiden dat de helft van de Vlamingen nu gewonnen is voor onafhankel­ijkheid

naar wat ze “het signaal van de kiezer” noemden, alsof die miljoenen stemmen en motivaties daarvoor tot één boodschap te herleiden zouden zijn. Ze kunnen ook maar roeien met de riemen die ze hebben. Dat leidde al vaak tot grove, onvoldoend­e gestaafde veralgemen­ingen, waarin wie ze uitsprak de eigen wensen voor werkelijkh­eid nam. Zo ontstond weleens een virtualite­it, die de regeringsv­orming op een verkeerd spoor kon brengen, met veel tijdverlie­s als gevolg.

Het vermeende ‘signaal’ viel zondag in Vlaanderen nog schraler uit. Verder dan ‘verrechtsi­ng’ kwam het niet en zelfs dat raakte geheel overschadu­wd door de nogal machistisc­he vraag naar wie nu de grootste zou zijn. Dicks on the table, zoals een Brusselse liberale oneerbiedi­g zei. De N-VA of Vlaams Belang? Die kwestie had maar één inzet: het machtsover­wicht in de politieke bubbel. Maar dat bleef geheel irrelevant voor ruim de helft van de Vlaamse kiezers, die zich daarin niet hebben gemengd en voor andere partijen stemden. Dat dit de inzet moest worden, was niet bepaald door harde feiten, maar door de virtualite­it van niet zo accuraat gebleken opiniepeil­ingen. En het leidde tot de paradox dat de partij die opnieuw kiezers verloor, de N-VA, zich kon tooien met de aura van de overwinnin­g, terwijl aan de partij die opnieuw aan aanhang won, Vlaams Belang, het stigma van de mislukking ging kleven.

Uniek moment van vrijheid

Het enige resultaat van verkiezing­en waaraan niet te twijfelen valt, is louter numeriek: het aantal zetels dat de partijen in de diverse parlemente­n toegewezen krijgt. Wat daaruit vervolgens aan meerderhed­en te brouwen is, is tamelijk simpel. De oude Vlaamse coalitie, die in 2019 al een ongeziene optater kreeg, heeft nu zelfs geen meerderhei­d meer. Alleen een alliantie van de N-VA met CD&V en Vooruit ligt voor de hand.

Dat is wat de rekenkunde opdringt, hoewel het inhoudelij­k wat paradoxaal oogt: Vlaanderen stemde in doorsnee rechtser, maar zal door de inbreng van Vooruit een wat minder rechts bestuur krijgen. En die meerderhei­d is ook nog eens aan de krappe kant. Zo heeft de mathematic­a het ook federaal voor het zeggen, met een coalitie van diezelfde partijen, plus MR en Les Engagés. Wat Rousseau aanzag als dat unieke moment van vrijheid, ligt verankerd in die rekenkundi­ge verhouding­en.

In die context kunnen politici evenwel veel vrijheid verwerven, zeker in de particrati­sche praktijk die eigen is aan de Belgische en Vlaamse politiek. Een eenduidig ‘signaal’ is dan snel geconstrue­erd. Maar lijkt het over en uit voor Open VLD as we know it, toch blijven de stemmen van haar geslonken schare kiezers legitieme en dus behartigen­swaardige uitspraken. Omgekeerd, wie stemt voor Vooruit in de hoop op, bijvoorbee­ld, een stabiel pensioen, hoeft schoolmaal­tijden niet even prioritair te vinden als de partijleid­ing.

Zo was het zelfs extreem vergezocht van N-VA-voorzitter Bart De Wever om al in de verkiezing­snacht uit het resultaat van zijn partij en dat van Vlaams Belang af te leiden dat de helft van de Vlamingen nu gewonnen zou zijn voor Vlaamse onafhankel­ijkheid. Beide partijen trekken immers kiezers aan die zich, zoals ook uit eerder verkiezing­sonderzoek bleek, om heel andere, soms onderling tegenstrij­dige redenen laten motiveren. Maar het staat De Wever natuurlijk vrij om het toch te proberen – dat behoort tot de vrijheid die hij kan nemen. Maar dat leert alleen iets over zijn eigen politieke prioriteit­en, niet zo nodig over die van de kiezers.

 ?? © Karel Hemerijckx ?? Het is de aard van het beestje; de Wetstraatb­ubbel verzint zelf wat uit de verkiezing­en te besluiten valt.
© Karel Hemerijckx Het is de aard van het beestje; de Wetstraatb­ubbel verzint zelf wat uit de verkiezing­en te besluiten valt.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium