Op weg naar de 16 wacht De Wever een huzarenstuk
Al tijdens zijn overwinningsspeech transformeerde Bart De Wever van campagnevechtjas tot bedaard staatsman, die als informateur geen opties wil verbranden. Die opties dienen zich meteen aan met coherente coalities op rechts over de taalgrens heen. Nu de PS en Open VLD in de oppositie gaan, is de N-VA ook federaal onmisbaar. Het kan on-Belgisch snel gaan. Toch op papier.
In de praktijk wacht De Wever een waagstuk. De weg naar het premierschap is bezaaid met wolfijzers en schietgeweren. Plotseling vallen hem kansen in de schoot, waarop hij niet gerekend had. Die allemaal tegelijk verzilveren, zal het soort tact en stuurmanskunst vergen waarin hij nog niet eerder excelleerde. Federaal wijst een coalitie tussen de centrumrechtse overwinnaars aan Vlaamse en Waalse kant zichzelf uit. De regeringsvormingen kunnen zelfs het scenario volgen dat de N-VA-regionalisten wensen: eerst de regeringen van de regio’s optuigen, vervolgens met die partijen federaal aan tafel gaan.
Jaren liep De Wever zich warm om een communautair akkoord te sluiten met de PS. Daar zou hij tijdelijk een linkser beleid voor slikken. Nu hoeft dat niet meer. Maar dat vergemakkelijkt de onderhandelingen niet noodzakelijk. De N-VA komt met drie ambities aan tafel. Een rechts sociaaleconomisch saneringsbeleid. Gevolgd door een omvattende staatshervorming richting Vlaamse autonomie, geleid (met lichte tegenzin) door premier De Wever. Met Vooruit erbij zullen rechtse trofeeën al een linkse prijs hebben.
Het kalf ligt bij de staatshervorming gebonden. GeorgesLouis Bouchez (MR) gaf nooit te kennen dat hij Vlaamse autonomie genegen is. Na zijn eclatante overwinning heeft hij weinig belang bij dat tijdelijke minikabinet van De Wever, dat twee jaar het budget saneert, waarna een institutioneel akkoord moet volgen. En dan was er maandagmorgen al het schot voor de boeg van Maxime Prévot (Les Engagés): De Wever kan geen premier worden, omdat hij niet voor alle Belgen spreekt. Als christendemocratische familie hebben Les Engagés en CD&V de meeste zetels en kunnen ook zij aanspraak maken op het premierschap. Tot slot is er Brussel. Rechts is te klein om er zonder extra partijen te besturen, die dan weer eisen over andere niveaus kunnen formuleren. Kortom, onder elke tegel zit het Belgische moeras. Zonder staatshervorming blijft voor De Wever de vraag wat hij er zou gaan doen.
In dat moeras tellen de echte krachtsverhoudingen. De N-VA van 10 juni 2024 is niet meer het machtshuis van 2014. Dat wordt wennen voor De Wever. Zijn gewoonte om alleen op de eigen, desnoods brutale, macht te vertrouwen, heeft hem het voorbije anderhalf decennium federaal nergens gebracht, bij geen enkele deal. De formaties worden voor hem nog uitdagender dan de campagne.
Het kan onBelgisch snel gaan. Toch op papier