Nys wint met gemak, Van Aert hoopte op meer
Thibau Nys (21) maakt nu ook indruk in de Ronde van Noorwegen. Op de lastige aankomst in Voss kon niemand in zijn wiel blijven. De heroptredende Wout van Aert paste in de finale.
Het handvol Noren dat de finish had weten te vinden, stond er met open mond naar te kijken. Iedereen wist dat het op de vier kilometer lange slotklim naar het skiresort Voss zou gebeuren, elke ploeg had zijn kopman gewaarschuwd. Maar toen Lidl-Trek Thibau Nys in stelling bracht, vond niet één concurrent zelfs maar het begin van een antwoord. Ploegmaat Vacek nam Nys op sleeptouw en met zijn tweeën reden ze zomaar van de rest weg. Slechts doordat Vacek even verslapte, moest Nys hem achterlaten. “Ik kon geen risico nemen”, verontschuldigde hij zich. “Anders had ik hem heel graag de ritzege gegund.” Een profzege weggeven? “Waarom niet?”, haalde Nys de schouders op. “Dit is geen WK. We hebben het over de Ronde van Noorwegen.”
Het zegt veel over de reuzenstappen die Nys in amper één maand heeft gezet. Zeker: deze eerste rit in Noorwegen was hem op het lijf geschreven. Maar hoe hij het kopmanschap bij Lidl-Trek krijgt en waarmaakt, hoe hij die rit naar zijn hand zet en hoe koelbloedig hij het afmaakt: zolang Van Aert niet zijn topvorm terugvindt, is niet één andere renner in deze Ronde van Noorwegen daartoe in staat.
Klaar voor hoger niveau
Na de rit werd Nys tot driemaal toe naar het podium geroepen, als ritwinnaar, leider en beste jongere. (en als dagprijs kreeg hij een gedroogde geitenbil). Zijn overmacht doet de vraag rijzen of Nys dit soort wedstrijden stilaan ontgroeid is. Denkookaandemanierwaarophij onlangs in Hongarije twee ritten en het eindklassement won. Nys ziet het zo: “Je kan zoiets moeilijk van jezelf zeggen. Maar als je kijkt naar de voorbije aankomsten en hoe ik daar win: dan is dat misschien wel zo.” Die ‘misschien’ mag hij laten vallen. Deze Ronde van Noorwegen is net als Hongarije geen World Tour. Dat betekent: een kleiner peloton, slechts een handvol World Tour-ploegen aan de start en heel veel renners van de tweede categorie. Wie ziet hoe Nys in dit gezelschap en op zijn domein iedereen wegblaast, kan alleen maar besluiten: dit kán hij, definitief. Zelfs al geeft hij in rit twee, waar de bergen langer en lastiger zijn en mogelijk de echte klimmers komen bovendrijven, zijn leiderstrui uit handen, dan nog heeft Nys hier maar weinig te bewijzen.
Na vier weken in zijn tweede volwaardige profjaar lijkt Nys definitief klaar voor de World Tour. In Noorwegen lijkt hij dat ook zelf te beseffen. “Alleen wist ik dat drie weken geleden zelf nog niet”, zegt hij lachend. “En je kan geen stappen overslaan. Maar het zou mooi zijn als ik binnenkort in dit werk, op dit soort aankomsten, ook op een hoger niveau kan gaan uitblinken. De Waalse klassiekers, ritten in een grote ronde …” Volgende maand start hij in de Ronde van Zwitserland, dat wordt alvast een nieuwe test voor Nys.
Van Aert ziet af
“Het ging best goed”, analyseerde Wout van Aert zijn eigen koers, de eerste sinds zijn crash in Dwars door Vlaanderen. “Het was een gecontroleerde wedstrijd, maar het was best een pittig parcours. Ik ben blij met hoe het ging. In de finale was het hectisch, met de ploeg zaten we niet echt goed bij elkaar. Ik wilde de mannen tot in de laatste anderhalve kilometer brengen, tot voor het steile stuk. Maar dan stond de renner voor mij recht en was ik mijn momentum kwijt. Vanaf het begin van de slotklim zat ik al op de limiet. Ik voelde aan mijn longen dat het lang geleden was om zo diep te gaan.”
“Ik voelde aan mijn longen dat het lang geleden was om zo diep te gaan” Wout van Aert
De winnaar in Van Aert leek bij zijn comeback, ondanks de minimale ambities, qua resultaten toch op iets meer te hopen. “Het lijkt dat ik niet blij ben, omdat ik niet verwacht had om al zo hard af te zien. Dat is nu even iets waar ik door moet. Ik was niet bang om 3,5 uur te fietsen. Maar het is niet mijn normaal gevoel, om er zomaar bij te rijden en af te zien in het peloton. Ik weet dat dit er nu bij hoort, maar daarvoor ga je niet op de tafel springen.”
“Ik hoop dat ik goed herstel en geleidelijk beter kan worden. Ik heb vandaag alvast geen last gehad op de fiets, dat was een meevaller. Vrijdag wordt het nog zwaarder, met een echte finish bergop. Dus de ritten zullen hier hun werk wel doen.”