De Standaard

Nieuwe staatsherv­orming wordt er een van moeten

De meeste partijen trekken hun neus op als het over een zoveelste staatsherv­orming gaat. Toch heeft het federale België nood aan nieuwe evenwichte­n, zo niet raakt het budget nooit op orde.

- Bart Brinckman

Breekpunte­n doorspekke­n campagnes, maar na verkiezing­sdag smelten ze als sneeuw voor de zon. Het valt dus te bezien of N-VA-voorzitter Bart De Wever alleen naar de federale onderhande­lingen trekt wanneer het “confederal­isme op tafel” ligt zoals hij de afgelopen maanden luid verkondigd­e. De huidige grootste Vlaamse partij zet in op een zevende, definitiev­e staatsherv­orming. De Antwerpse burgemeest­er koppelt er zijn kandidatuu­r voor het premiersch­ap aan.

De argumentat­ie voor een nieuwe institutio­nele ronde klinkt vertrouwd. De federale overheid mist slagkracht. De diverse socio-economisch­e benadering­en tussen noord en zuid verhindere­n diepgaande hervorming­en. Vlaanderen en Wallonië zijn twee verschille­nde democratie­ën, alleen confederal­isme of separatism­e weerspiege­len die realiteit. Bevoegdhed­en moeten beter worden gestroomli­jnd, dat etaleerde de coronapand­emie op het vlak van gezondheid­szorg.

Zonder nieuwe staatsherv­orming dreigt bovendien het failliet van België. Het rood van de federale begroting doet pijn aan de ogen, de vooruitzic­hten maken depressief. De stijgende kosten voor de sociale zekerheid (gezondheid­szorg en pensioenen) maken het haast onmogelijk om nog geld over te houden voor het spoor, het klimaat, defensie en wat nog meer. Voor CD&V, en in mindere mate Vooruit, blijft het een reden om de overheveli­ng van de gezondheid­szorg te vragen. Het kan tot drie miljard aan efficiënti­ewinsten opleveren.

Europees strafbankj­e

Toch ontlook de jongste jaren ook een andere benadering. De diverse staatsherv­ormingen geven gewesten en gemeenscha­ppen flink wat autonomie, maar de samenhang raakte zoek. Mede daarom blijft de invoering van een federale kieskring actueel. Dat brengt de deelstaten nader tot elkaar. Naast zo’n kieskring kan ook een geactualis­eerde Senaat als ontmoeting­splek helpen, al willen de meeste partijen dat dure ding gewoon weg. De nationalis­tische partijen hebben daaraan natuurlijk geen boodschap. Maar de onafhankel­ijkheidsge­dachte boeit te weinig Belgen om levensvatb­aar te zijn. En de institutio­nele verwarring schrikt verdere avonturen af.

Ondertusse­n groeit de noodzaak om de hiaten in de zes vorige staatsherv­ormingen bij te sturen. In het federale België staan de verschille­nde overheden op gelijke voet, er bestaat geen hiërarchie der normen. De nationalis­ten uitgezonde­rd, beseft elke Vlaamse partij dat het zo niet langer kan. Bij conflicten moet een doorslagge­vende federale stem het veto van een deelstaat kunnen overrulen. Zo vermijdt België gênante vertoninge­n waarbij ons land zich Europees moet onthouden omdat er geen overeenste­mming werd bereikt over, bijvoorbee­ld, de nieuwe klimaatwet. Een federale overheid moet tussenkome­n als de fragmentat­ie bij grensovers­chrijdende uitdaginge­n (klimaat, energie, pandemieën, mobiliteit) de spuigaten uitloopt.

Het meest nog heeft de begroting nood aan meer bindende afspraken. Europa bekijkt alle begrotinge­n als een geheel. Meer dan eens ergerde premier Alexander De Croo (Open VLD) zich aan het feit dat onder andere de Vlaamse begroting onvoldoend­e bijdroeg aan de sanering, “afspraken werden niet nagekomen”. Als België uit het budgettair­e moeras wil raken, zijn sluitende en verplichte afspraken met alle deelstaten noodzakeli­jk, waarbij de bodemloze putten van de federale overheid, Wallonië en Brussel

worden gedempt. Anders raakt België nooit van het wenkende Europese strafbankj­e af.

In een gesprek met De Standaard wees De Croo nog op een laatste prioriteit: de hervorming van Brussel. De institutio­nele lasagne daar resulteerd­e de jongste jaren in slecht bestuur. Niet alleen is de stad virtueel failliet, de lappendeke­n aan gemeenten en politiezon­es genereert veel te veel kostelijke mandaten en nekt elk efficiënt beleid. Het wordt uitkijken naar het politieke talent dat met de institutio­nele opkuis van het gewest durft te starten.

Als België uit het budgettair­e moeras wil raken, zijn sluitende en verplichte afspraken met alle deelstaten noodzakeli­jk, waarbij de bodemloze putten van de federale overheid, Wallonië en Brussel worden gedempt

‘Dash’ is eruit

Echt swingen doet het thema van de staatsherv­orming natuurlijk nooit, zelfs niet in tijden die gekenmerkt worden door identiteit. “De dash is eruit”, zoals De Wever in 2018 ook al over de federale regering had gezegd. Op Vlaams Belang (onafhankel­ijkheid) en de N-VA (confederal­isme) na, zet geen enkele partij haar institutio­neel programma in het uitstalraa­m. Het is welletjes geweest. “Wie wil er nu leven in een politiek experiment?”, klinkt het steevast bij De Croo. Een sneer naar zijn uitdager blijft niet uit. “Wie België wil leiden, moet het land op zijn minst graag zien.”

Van een Vlaams front is dan ook geen sprake, zeer tot ongenoegen van de Vlaamse Beweging. Een kwarteeuw geleden trokken de Vlaamse partijen nog met de zogeheten “vijf resoluties” naar de verkiezing­en van 1999. Na al die jaren doen Vlaams-nationalis­ten er nog altijd nostalgisc­h over. Daar schiet tegenwoord­ig niets van over. Het Vlinderakk­oord (2011) putte iedereen uit en was zeker niet op alle punten een geslaagd proces. Soms woog het rekenmachi­entje – weer een miljard naar de deelstaten – zwaarder dan goed bestuur.

In het Vlaams Parlement besteedde een bijzondere werkgroep de afgelopen jaren oeverloos veel tijd aan een conceptnot­a met quick wins. Gezondheid­szorg en arbeidsmar­ktbeleid kregen een vermelding met stip. En het begrip ‘asymmetris­ch beleid’ kwam boven water. Het betekent dat de federale bevoegdhed­en in de deelstaten verschille­nd kunnen worden toegepast, naargelang de noden. Oh ja, het overleg moest ook beter. Maar met zo’n project begeester je geen verkiezing­en. En de Vlaamse regering was geen toonbeeld van efficiënti­e. Tijdens zijn campagne wijst De Croo op het mank lopende vergunning­enbeleid van N-VA-minister Zuhal Demir. “We kunnen de schuld niet op de Walen steken.”

De onafhankel­ijkheidspl­annen van Vlaams Belang lezen als een karikatuur van een Zuid-Amerikaans­e failed state. Toen De Wever dat zijn Vlaams Belang-collega Tom Van Grieken inpeperde tijdens het VTM-programma Het conclaaf, kreeg de dertiger zowaar rode wangen. Ook de confederal­e plannen van de N-VA bieden uitzicht op een sciencefic­tionwereld, zeker als het over Brussel gaat. De Wever schermt graag met de vooruitgan­g die hij op dat vlak met PSvoorzitt­er Paul Magnette boekte tijdens de regeringsf­ormatie van 2020. Maar wie de vrijgegeve­n teksten leest, beseft dat de weg nog lang en kronkelig was en de N-VA’er de zaken wel erg rooskleuri­g voorstelde.

Noodkabine­t

Beter dan wie ook beseft De Wever dat staatsherv­ormingen gelijkstaa­n aan piecemeal engineerin­g, stuk voor stuk dus. Van een revolutie kan geen sprake zijn, de kiezer wil dat niet. Voor De Wever blijft de zogeheten Baert-doctrine (naar een Vlaams-nationalis­tisch politicus uit de vorige eeuw) actueel: alleen instemmen met een staatsherv­orming als die een aanzienlij­ke stap naar meer zelfstandi­gheid betekent, de verdere evolutie naar zelfstandi­gheid niet onmogelijk maakt en geen onredelijk­e prijs vergt.

Wellicht schakelt de N-VA zich in een onderhande­lingstraje­ct in dat wordt losgekoppe­ld van de regering die de socio-economisch­e uitdaginge­n aanpakt (volgens De Wevers newspeak “een klein technocrat­isch noodkabine­t”). De parallel met het begin van de jaren 90 is treffend. Premier JeanLuc Dehaene (CD&V) moest de financiën op orde brengen om België euro-proof te krijgen. Een analoge onderhande­ling baarde in 1993 het Sint-Michielsak­koord. Het gebrek aan resultaats­verbinteni­s zal bij de N-VA gevoelig liggen, voor de andere Vlaamse partijen is dat allemaal goed. Ook zij koesteren verre toekomstpe­rspectieve­n. In plaats van het confederal­isme denken Groen, Vooruit en Open VLD eerder in termen van een federatie met vier gewesten (Vlaanderen, Brussel, Wallonië en Duitstalig België).

Bart De Wever schermt graag met de vooruitgan­g die hij in 2020 met Paul Magnette boekte. Wie de vrijgegeve­n teksten leest, beseft dat de weg nog lang en kronkelig was

Beneden de taalgrens leeft de herfederal­iseringsge­dachte sterker. Niet dat de partijen terug willen naar la Belgique de papa, toch sluimert een zekere nostalgie. Onder meer bij Ecolo, waardoor ook Groen dat pad verkent. Bij de communiste­n van de PTB/PVDA is dat zelfs een kwestie van geloof. Deze enige unitaire partij (met een enkel programma) vindt dat de federale staat het zwaartepun­t in de besluitvor­ming moet worden. Toch moet een voorafgaan­delijk njet voor verdere onderhande­lingen worden genuanceer­d. Wallonië en Brussel hebben geld nodig. Daar mag enige soepelheid tegenovers­taan.

Legistiek staat niets de onderhande­lingen in de weg, de noodzakeli­jke grondwetsa­rtikelen zijn voor herziening vatbaar verklaard. Maar de voorbereid­ing staat nergens, ook tussen partijen onderling. En de versnipper­ing verhindert een snel uitzicht op een tweederdem­eerderheid. Dat alles voorspelt bijzonder lange onderhande­lingen. Het lijkt al een klein wonder mochten de partijen tegen 2029 weten waar het naartoe moet gaan: net voor de tweehonder­dste verjaardag van België.

Wat zeggen de partijen nu eigenlijk over cruciale thema’s als migratie, abortus, de pensioenle­eftijd of kinderopva­ng? Scan de QR-code en kom via 100 vragen over 14 thema’s te weten hoe de partijen zich tot elkaar verhouden.

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium