“Ik begrijp dat zoveel onthaalouders ermee stoppen”
In tien jaar tijd is het aantal onthaalouders met 40 procent gedaald. “Het is een stressvolle job met lange uren, veel regeltjes en weinig zekerheden.” Kan een aantrekkelijker statuut het tij keren?
“Ik lag ’s avonds huilend in mijn bed.” Rita Daemen (63) heeft jarenlang in een crèche gewerkt voor ze begon als onthaalmoeder. “Ik moest soms alleen voor achttien kinderen zorgen, dat was niet meer menselijk. Daarom ben ik onthaalouder geworden, daar heb je een kleiner groepje kinderen dat je meer aandacht kunt geven.”
Na 31 jaar als onthaalmoeder te hebben gewerkt, ging ook dat niet meer voor Daemen. “Het is heel zwaar werk, zowel mentaal als fysiek. Het constante heffen en tillen is me helaas te veel geworden, waardoor ik genoodzaakt werd te stoppen.”
“Veel mensen denken dat het gemakkelijk is, thuis op een paar kinderen passen, maar dat is het allesbehalve. Het is hard werken, soms tot zelfs 60 à 80 uur per week”, zegt Veerle Storms (36). Ook zij besloot een punt te zetten achter het onthaalouderschap. Ze ruilde haar opvang na zes jaar in voor een Colruyt-winkel. “Ik werk daar graag, al mis ik sommige kindjes wel. Maar het werd te veel voor mijn gezin. Mijn kinderen kwamen na school thuis in een drukke opvang, dat zagen ze niet meer zitten.”
“Daling is onvermijdelijk”
Daemen en Storms zijn niet de enigen die onlangs als onthaalouder zijn gestopt. Volgens de recentste cijfers van het agentschap Opgroeien zijn er momenteel ongeveer 3.282 onthaalouders actief in Vlaanderen en Brussel. Tien jaar geleden, in 2014, waren er dat nog 5.718. Het aantal onthaalouders is dus met 40 procent gedaald, wat neerkomt op een verlies van zowat tienduizend opvangplaatsen. Crèches nemen die plaatsen over en blijven zo de dominante opvangvorm.
“Ik begrijp waarom zoveel andere onthaalouders ook stoppen”, zegt Storms. “Het is een stressvolle job met lange uren. Er zijn veel regeltjes en weinig zekerheden. Bovendien kunnen ouders heel veeleisend zijn, wat de job nog lastiger maakt.”
“De daling van het aantal onthaalouders is onvermijdelijk”, zegt Michel Vandenbroeck (UGent), expert kinderopvang. “In de jaren 90 heeft Vlaanderen na de grote economische crisis geïnvesteerd in een grootse uitbreiding van de gezinsopvang. De mensen die daar toen voor werden ingezet, zijn nu op pensioenleeftijd.”
Ook de lage instroom kent een
reden. “Een flink deel van de mensen die vandaag instappen, stapt er weer uit na drie à vijf jaar”, zegt Vandenbroeck. “Die mensen doen het ook niet hun hele loopbaan, zoals vroeger. Zij zien het eerder als een tijdelijke maatregel, vaak wanneer hun eigen kinderen nog niet naar school gaan.”
Van acht naar vier kinderen
Hilde Crevits (CD&V), Vlaams minister van Welzijn, wil het beroep aantrekkelijker maken met het zogenoemde werknemersstatuut. Onthaalouders die zo’n statuut hebben, zijn voor hun inkomen niet langer afhankelijk van het aantal kinderen dat ze opvangen. Elke maand krijgen ze een vast loon. Bovendien krijgen ze dezelfde sociale rechten als andere werknemers: betaald verlof, betaalde feestdagen en de opbouw van pensioen. Ze werken als werknemer in hun eigen huis en zijn aangesloten bij een dienst voor onthaalouders (meestal een vzw) die de werkgever is.
Nu al zijn 589 onthaalouders als werknemer aan de slag. Ze hadden aan een proefproject deelgenomen, en konden vorig jaar definitief naar het werknemersstatuut overschakelen. Dit jaar komen daar zo’n 350 onthaalouders bij, omdat er extra middelen voor kinderopvang zijn uitgetrokken.
“Ouders kunnen heel veeleisend zijn, wat de job nog lastiger maakt” Veerle Storms Ex-onthaalouder
“Mensen doen dit ook niet hun hele loopbaan, zoals vroeger. Zij zien het eerder als een tijdelijke maatregel, vaak wanneer hun eigen kinderen nog niet naar school gaan” Michel Vandenbroeck Expert kinderopvang UGent
“Voor 2003 bestond er geen goed statuut voor mij, ik ontving alleen een onkostenvergoeding en had maar beperkte sociale rechten. Daardoor kon ik negen jaar lang geen pensioen opbouwen. Dat doet pijn”, zegt Daemen. “Ik heb te lang moeten wachten op een fatsoenlijke regeling, maar dit is wel een positieve verandering voor de nieuwe generatie.”
“Onthaalouders moeten soms tot acht baby’s en peuters opvangen, niet omdat ze zo graag met kindjes bezig zijn, maar gewoon om rond te kunnen komen”, zegt Daemen. “Met het werknemersstatuut kunnen ze een degelijk loon ontvangen met minder kinderen in huis, die kunnen dan ook genieten van meer aandacht en zorg.” Onthaalouders met het werknemersstatuut vangen gemiddeld vier kinderen voltijds op.
Warm nest
Ondanks het harde werk hopen de ex-onthaalmoeders dat het beroep blijft voortbestaan. “Het is zwaar, 10 uur per dag voor kleine kinderen zorgen”, meent Daemen. “Maar het is zo belangrijk voor een jong kind om opgevangen te worden in een warm nest.” Storms is het daarmee eens: “De kinderen kwamen niet alleen bij mij in huis, zij kwamen er ook thuis. In een grote opvang is dat niet zo, daar zijn kinderen nummers, het is bijna bandwerk.”
Gezinsopvang en crèches zijn kwalitatief evenwaardige opvangvormen, zegt Vandenbroeck. De overheid moet volgens hem dan ook blijven inzetten op gezinsopvang, zodat er voldoende onthaalouders zijn. “Bovendien is gezinsopvang in landelijke gebieden vaak de enige economisch haalbare manier van opvang, omdat je mensen anders verplicht om veel te ver te rijden voor hun kinderdagverblijf”, zegt Vandenbroeck.
“Ik denk niet dat het beroep zal uitsterven”, zegt Vandenbroeck. “Maar er zullen sowieso steeds minder onthaalouders zijn in verhouding tot het aantal crèches. Het werknemersstatuut maakt het beroep leefbaarder, maar het zal het niet redden van de achteruitgang.”