De geesteswetenschappen zijn relevanter dan ooit tevoren
Dertig jaar geleden overhandigde mijn favoriete leraar Grieks me mijn eindrapport met de boodschap dat de klassenraad unaniem was over het feit dat ik een kneusje was in wiskunde. “Hoewel ik je eerder hypergespecialiseerd in talen zou noemen”, zei hij lachend. Fluitend liet ik de middelbare school achter me. In de lange zomer die volgde, dacht ik vaak “oef, nooit meer wiskunde!”, bijna even vaak als mannen aan het Romeinse Rijk denken.
Toen ik enkele maanden later naar de universiteit ging, werd mijn hoofd al snel gevuld met de prachtige mozaieken van Ravenna, de Russische perfectief en imperfectief, Napoleons helletocht door Rusland, het droeve lot van de Sovjet-avant-gardisten en nog veel meer. De faculteit Letteren was als een snoepwinkel: eindelijk kon ik studeren wat me boeide, zonder nare vakken! Die volstrekte ruimte om me disciplinair te verdiepen in taal, geschiedenis en literatuur voelde als pure rijkdom.
Velen zullen dezelfde ervaring gehad hebben toen ze afzwaaiden uit het secundair onderwijs, hoewel exacte wetenschappers misschien
“nooit meer geschiedenis!” dachten. Het hoger onderwijs maakt je tot specialist, en idealiter komt het specifieke talent dat in die middelbare schooljaren onder de oppervlakte borrelde, eindelijk tot uiting.
Toch is er de voorbije dertig jaar veel veranderd. Zo is kiezen voor een opleiding binnen de geesteswetenschappen niet langer evident. Steeds vaker moeten die studenten hun keuze rechtvaardigen tegenover familieleden en leeftijdsgenoten. Ook doctoranda in Latijns-Amerikaanse literatuur Eva Van Hoey beschreef gisteren in deze krant hoe ze geregeld de vraag krijgt wat haar onderzoek eigenlijk oplevert.
Daarnaast worden verschillende opleidingen binnen de geesteswetenschappen geconfronteerd met dalende studentenaantallen. Vooral de taalopleidingen krijgen klappen. Daar zijn verschillende redenen voor, maar deze twee worden het vaakst genoemd: de leescrisis en het groeiende belang van STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics). Wie niet graag leest en schrijft, kiest niet voor taal- en letterkunde, geschiedenis of filosofie. En door de stijgende (en broodnodige) aandacht voor STEM in het secundair onderwijs wordt excellentie steeds vaker aan exacte wetenschappen gekoppeld. Studenten met het zwaarste talenpakket (Grieks-Latijn) krijgen doorheen hun opleiding meestal het zwaarste pakket wiskunde voorgeschoteld, terwijl STEM-studenten niet verplicht worden Grieks of Latijn te volgen. Zo wordt niet alleen het nut van geesteswetenschappen in vraag gesteld, maar worden geesteswetenschappen een tweede keuze. Zijn de geesteswetenschappen in crisis?
Voor de Koninkijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten schreven Herman De Dijn, Gita Deneckere, Danny Praet, Jo Tollebeek en Sabine Verhulst eind 2023 een interessant standpunt over de toekomst van de geesteswetenschappen. In dat doordachte essay vermijden de auteurs zorgvuldig de val van de geesteswetenschappen-versus-STEM-discussie. Ze maken een grondige stand van zaken op, met aandacht voor de impact van het veranderende kennislandschap op de geesteswetenschappen.
Het is een broodnodig document: kritisch, maar constructief. Zo benoemen de auteurs uitdagingen zoals open science, digital humanities en interdisciplinariteit, maar koppelen ze er ook steevast opportuniteiten aan. Zo maken ze de terechte opmerking dat onder meer door de vermenging van kunst, wetenschap en technologie onze tijd weer meer ruimte lijkt te bieden voor een convergentie van twee werelden die sinds de 18de eeuw uit elkaar waren gegroeid.
Ook bij maatschappelijke uitdagingen zoals fake news, cultuuroorlogen, cancelcultuur en de plaats van Europa in de nieuwe geopolitieke constellatie zijn de geesteswetenschappen aan zet om maatschappelijk relevante vragen te articuleren, diepgaande antwoorden te formuleren, en mogelijke oplossingen aan te reiken, aldus de auteurs.
Waar ligt de opdracht voor de geesteswetenschappen in de 21ste eeuw? Geesteswetenschappers ontsluiten cultuur en erfgoed in archieven en musea en vertalen vanuit maatschappelijke betrokkenheid hun disciplinaire kennis naar een breed publiek. Om regionale verschillen en de dynamische interactie van culturen te duiden zien de auteurs een grote rol weggelegd voor studies zoals sinologie, japanologie, arabistiek en Europese of Amerikaanse studies (slavistiek wordt gezien de mondiale context onbegrijpelijkerwijs over het hoofd gezien). Om al die redenen richten ze ook de expliciete vraag naar de overheid en de universiteiten om aandacht te blijven hebben voor en te blijven investeren in de geesteswetenschappen.
Dus aan alle studenten die binnenkort een keuze moeten maken, en aan de ouders van die studenten: ook geesteswetenschappen zijn een relevante en positieve keuze. Er ligt een wereld aan cultuurhistorische, taalkundige en filosofische verrijking te wachten voorbij de poorten van de geesteswetenschappen, die een student klaarstomen voor die wereld in verandering.
Er ligt een wereld aan cultuurhistorische, taalkundige en filosofische verrijking te wachten voorbij de poort van de geesteswetenschappen
Lien Verpoest is hoofddocent Russische en diplomatieke geschiedenis (KU Leuven). Haar column verschijnt tweewekelijks op vrijdag.