Ambitieus eigen leerplan wiskundeleraars goedgekeurd
Voor het eerst is een groot leerplan dat door leerkrachten zelf is ontwikkeld, goedgekeurd door de Vlaamse Onderwijsinspectie. Het Wiskundeplan mikt op beter en ambitieuzer wiskundeonderwijs. “Dit was een noodgreep.”
“Er is een new kid in town”, klinkt het onder wiskundeleraars. Vanaf volgend schooljaar kunnen secundaire scholen gebruikmaken van het Wiskundeplan. Dat is een leerplan opgesteld voor en door leerkrachten die wiskunde geven.
Het is een primeur dat de onderwijsinspectie haar goedkeuring geeft aan een leerplan dat van onderuit is gegroeid en dat geldt voor zo’n breed vak als wiskunde. “Dit is, voor zover ik weet, hoe dan ook de eerste keer dat leraars binnen een groot leergebied zelf een leerplan ontwikkelen”, zegt Elias Hemelsoet, coördinerend inspecteur van de Vlaamse Onderwijsinspectie.
Tot nu werden de leerplannen vooral ingediend door de onderwijsnetten, zoals het katholiek onderwijs of het GO!, of door specifieke onderwijsvormen, zoals de Joodse of de steinerscholen, of door scholen in nichegebieden zoals ballet of diamant.
De inspectie analyseerde het leerplan op basis van de nieuwe minimumdoelen (de vroegere eindtermen) en de criteria voor leerplanadvisering. Dat het Wiskundeplan goedgekeurd is, vindt Hemelsoet “een opvallend precedent”. “Dit leerplan zet mogelijk de deur open naar gelijkaardige initiatieven.”
Het Wiskundeplan is gemaakt voor leerlingen die sterk zijn in wiskunde in de tweede en derde graad secundair onderwijs. Volgens de makers is het “een noodgreep”. “De ambitie om de achteruitgang van het wiskundeniveau in Vlaanderen te keren, lijkt volledig weg”, zeiden ze vorig jaar, bij de lancering van hun project.
“Het leerplan biedt een antwoord op een reële vraag”, zegt Els Vanlommel, leerkracht wiskunde. Ze is onder meer verbonden aan Platform Wiskunde Vlaanderen en de Wiskundeolympiade. “Er was een grote nood aan een duidelijke en coherente invulling van de nieuwe minimumdoelen. De scholen worden vandaag heel vrij gelaten, wat positief is, maar we merken dat leerkrachten en vakgroepen moeite hebben om keuzes te maken en daardoor veel tijd verliezen.”
Lerarentekort
Een sterkte van het leerplan is, volgens de makers, het uitgesproken ambitieniveau. Zo is de behandeling van de cirkel in andere leerplannen een optie, en hier een volwaardig hoofdstuk. “We hebben het warm water niet uitgevonden, maar hebben ons gebaseerd op oudere leerplannen die wél nog ambitieus waren”, zegt Pedro Tytgat. Hij is leraar wiskunde en schreef twintig jaar lang mee aan handboeken.
Het leerplan speelt ook in op een maatschappelijk probleem: het lerarentekort. “Omdat er veel jonge leraars en zijinstromers zonder ervaring op de scholen binnenkomen, helpt het om een logische opbouw als basis te hebben”, aldus Vanlommel. Zo helpt het leerplan om wiskundige bewijzen te selecteren die in de les aan bod kunnen komen. “Een startende leerkracht heeft vaak weinig zicht op wat in de derde graad aan bod komt. Als hij zelf een keuze maakt, riskeert hij dat de leraar van het vijfde jaar klaagt dat leerlingen bepaalde zaken niet kennen.”
Opmerkelijk: het leerplan heeft ook extra aandacht voor basisvaardigheden, zoals rekenen met letters en breuken, of ontbinden in factoren. “We zetten meer in op
basisrekenvaardigheden, omdat we merken dat dit een groot probleem is”, aldus Vanlommel. “Velen denken dat alles met de pc berekend kan worden, maar wij merken dat het wegvallen van basisvaardigheden het redeneren bemoeilijkt. Leerlingen lopen vast op rekenwerk. We vinden dat dat niet kan: leerlingen hebben een bepaalde basis nodig.”
Kwaliteit bewaken
Het plan werd geschreven door vier leerkrachten die hun sporen verdiend hebben in het wiskundeonderwijs. Het werd vervolgens ingediend door vijf schoolbesturen, omdat alleen zij dat kunnen. “Dit bewijst dat het wel degelijk mogelijk is om zelf de zaken in handen te nemen”, zegt Tytgat. “Vanuit de ervaring op het terrein, slagen we er met dit leerplan in om de kwaliteit te bewaken – ook al is een leerplan maar een van de elementen in de kwaliteit van onderwijs.”
Volgens Tytgat is een van de nadelen van de nieuwe minimumdoelen dat de heterogeniteit in het onderwijs zal toenemen. Zeker in de tweede graad, denkt hij. Leerlingen zullen op school X andere zaken leren dan op school Y. En dus zullen ook de verschillen tussen leerlingen groter worden. “Dit leerplan is daarom een pleidooi voor minder vrijblijvendheid.”
Hij hoopt dat dit “het begin van een ruimer verhaal” is. “Maar het is niet aan ons om nog meer leerplannen te schrijven. Dat is aan de specialisten die voor die jaren en vakken instaan”, zegt hij. Hoeveel scholen het Wiskundeplan zullen gebruiken, wordt niet officieel geregistreerd. Net als in de school van Vanlommel in Berlaar en die van Tytgat in Leuven, gebruiken bijna alle secundaire scholen in Sint-Niklaas het plan al. Ook de LAB-scholen, die voor vernieuwend onderwijs staan, volgen deze aanpak.
Het leerplan heeft extra aandacht voor basisvaardigheden, zoals rekenen met letters en breuken of ontbinden in factoren