Is wonen dan niet altijd sociaal?
Het begrip ‘sociaal wonen’ is eigenlijk een pleonasme en zou daarom moeten worden afgevoerd. Is wonen immers niet per definitie sociaal? Anders beland je al snel in splendid isolation of gated community’s.
In Vlaanderen rust er op sociale woningbouw nog altijd een groot stigma. De in een neoliberale kramp geschoten minister van Wonen, Matthias Diependaele (N-VA), doet daar graag een schep bovenop. Regelmatig poneert hij dat mensen niet moeten “blijven hangen” in hun sociale woning. Misschien is er meer te zeggen voor het omgekeerde: wie van goeden huize is en het privilege heeft om in een hangmat te liggen, zou beter zijn woning in het groen opgeven. De samenleving draait flink op voor het aanleggen van nutsvoorzieningen in het ‘verstrooide’ Vlaamse landschap.
Alexander Dierendonck van DBLV architecten gaf eerder al in een interview aan dat de sociale huisvesting van de toekomst meer ambitie en meer generositeit vergt. Hij vindt dat er ook meer ruimte moet zijn voor onderzoek naar het potentieel ervan. En dat zowel op kleine, menselijke schaal als op grote, stedenbouwkundige schaal.
Hij vraagt zich af of onze parameters wel aangepast zijn aan bewoners uit andere culturen of met fysieke beperkingen. “Wat zijn eventueel andere manieren om collectief samen te wonen? Kun je de woonkwaliteit verhogen door bijvoorbeeld in een collectieve ruimte te voorzien waar mensen een verjaardagsfeestje kunnen houden voor hun kinderen?”
Cadeau voor de buurt
Dat zijn geen loze woorden. In de Nekkersput in Gent demonstreren DBLV architecten dat met zin voor poëzie. Ze toveren een sombere bakstenen woonblok om tot “een stralende witte bruid met een groene sluier”. De architecten grepen de renovatie van dit blok van acht verdiepingen aan om het te integreren in de straat. Links en rechts voegden ze twee losse volumes toe zodat het woonblok bijna de ampleur kreeg van een ‘stadspaleis’.
Een groenstalen passerelle op de vierde verdieping verknoopt de drie bouwvolumes met twee buitentrappen. Die groene stalen draaitrappen zijn meer dan obligate brandtrappen. Samen met de toegevoegde stalen balkons aan de achtergevel geven ze het bouwwerk een ongemene elegantie. Al die elementen maken het ensemble tot een cadeau voor de buurt.
Achter de relatief uniforme gevel, waar de oorspronkelijke kleine raamstroken werden vervangen door genereuze, verticale ramen, braken de architecten ook de plattegrond helemaal open. De eenzijdig georiënteerde appartementen vervingen ze door verschillende woontypes die langs twee zijden licht en zon binnentrekken. De grotere woningen met binnentrappen lijken daarom veeleer een huis dan een appartement.
Zonder te pamperen of zich te verliezen in gadgets, vervingen de architecten op strategische plekken binnenmuren door houten kaders en glas. Daardoor brengen ze licht en ruimte in de koterij van krap bemeten kamertjes.
Enig minpunt is misschien de spartaanse buitenaanleg. Die had meer een leefruimte kunnen zijn in plaats van een groene voortuin om naar te kijken. Niettemin demonstreert Nekkersput hoe je met de juiste attitude en met goede architectuur van lood goud maakt.