Alle plannen vallen in het niet bij de begroting
De timing zat alvast goed. Drie dagen nadat de Oeso eens te meer heeft vastgesteld dat de loonkosten nergens ter wereld zo zwaar worden afgeroomd als in België, kopt de N-VA de bal binnen. “Gedaan met de hardwerkende Vlaming uit te persen”, declameerde voorzitter Bart De Wever tijdens het verkiezingscongres.
Het is geen uitzonderlijk standpunt. Bijna alle Vlaams partijen rollen tegenwoordig over elkaar heen om te verkondigen dat werken meer moet lonen en dat de belastingheffing anders moet. Het verschil is dat de regeringspartijen vorig jaar op het punt stonden dat voornemen in de praktijk te brengen, maar daarin jammerlijk faalden. Dat de door minister Vincent Van Peteghem (CD&V) zorgvuldig voorbereide belastinghervorming afsprong, was een strategische miskleun van Vivaldi. Daarvan kan de N-VA nu dankbaar gebruikmaken.
Ook als het over de begroting gaat, kan de N-VA op een open doel schieten. De vraag hoe de ontspoorde begroting weer gezond gemaakt wordt, zou campagnethema nummer één moeten zijn. Hoe stellig de politici ook beloven “niet in de zakken van de mensen” te zullen zitten, de immense budgettaire uitdaging waaraan de volgende regering het hoofd moet bieden, laat heel weinig speelruimte toe. Ook bij bezuinigingen zullen veel uitgaven blijven stijgen. Aan de gestegen rente, de Navo-verplichtingen en de vergrijzing valt niet te ontkomen. In het zwaarst belaste land ter wereld valt aan inkomstenzijde nog weinig winst te halen. De volgende regering zal dus de kwadratuur van de cirkel moeten uitvinden om de begroting recht te trekken. Maar dat zal geen enkele partij met zoveel woorden zeggen.
Dat geen enkel land arbeidsinkomsten zo zwaar belast als België, spreekt tot de verbeelding. Maar een ander statistisch weetje krijgt veel minder aandacht, hoewel het minstens zo verontrustend is. België is het enige lid van de eurozone waarvan de staatsschuld zowel hoog is als stijgend. Alle andere landen met een hoge schuld zitten op een neerwaarts traject. De eerste opdracht voor de volgende regering is om een saneringsplan in elkaar te timmeren dat op de goedkeuring van de Europese Commissie kan rekenen. Alle andere plannen, projecten en voornemens vallen daarbij in het niet. Maar aan die ongemakkelijke waarheid zal tussen nu en 9 juni waarschijnlijk maar weinig politieke energie besteed worden.
De budgettaire uitdaging waar de volgende regering het hoofd aan moet bieden, laat heel weinig speelruimte toe