Vooral rijken trekken aandelentaks terug
Een fiscale maatregel om beleggen in aandelen te promoten, heeft weinig effect. Het voordeel leidt er vooral toe dat rijken minder belastingen betalen.
Ongeveer een op de twintig belastingplichtigen maakt gebruik van de mogelijkheid om betaalde dividendbelasting terug te krijgen. Dat blijkt uit gegevens van de fiscus. In de loop der jaren blijft dat percentage vrij stabiel. De maatregel lijkt de populariteit van beleggen in aandelen nauwelijks te verhogen. Dat was wel de reden voor de invoering ervan in 2017 door de regering-Michel. Het fiscale voordeel voor spaarders werd toen doorgetrokken naar beleggers. Niet alleen een eerste schijf spaarrente werd vrijgesteld van roerende voorheffing, dat zou voortaan ook gelden voor een eerste schijf van het aandelenrendement. “Zo wil de regering spaarders aanmoedigen om te investeren in de reële economieenhungeldnietzomaaropeen spaarboekje te parkeren”, luidde destijds de uitleg.
Omdat de belasting op dividenden namens de klanten door de banken wordt afgehouden, konden beleggers het al betaalde bedrag via de belastingaanslag terugvorderen. In het eerste jaar werd die kans benut bij 4,83 procent van de aangiften. Twee jaar later was dat gezakt naar 4,66 procent, maar een jaar later steeg het naar 5,63 procent. De populariteit bleef de eerste vier jaar dus beperkt.
Opvallend is dat het fiscale voordeel vooral benut wordt door de hoogste inkomenscategorieën. De best verdienende helft van de belastingplichtigen was in 2022 goed voor 70 procent van het teruggestorte bedrag. Bij alleenstaan
De best verdienende helft van de belastingplichtigen was in 2022 goed voor 70 procent van het teruggestorte bedrag
den gaat slechts 6,2 procent van de teruggaven naar de minst verdienende helft, terwijl 30 procent van de teruggaven naar de 10 procent hoogste inkomens gaat.
“Overbodige fiscale koterij”
“Deze maatregel is dus gewoon een cadeautje voor de hoogste inkomens op kosten van ons allemaal”, zegt Kamerlid Joris Vandenbroucke (Vooruit), die de cijfers opvroeg. “Dit is een typisch voorbeeld van een overbodige en onrechtvaardige fiscale koterij.”
Dat vooral de hogere inkomens de maatregel benutten, heeft te maken met de ongelijke verspreiding van het aandelenbezit. Beleggen in aandelen is populair bij de beter gesitueerden. Van de beursgenoteerde aandelen is 79 procent in handen van de 10 procent meest vermogenden. Wie het niet zo breed heeft, neemt minder risico en houdt het bij een spaarboekje of een termijnrekening. De maatregel was bedoeld om daar verandering in te brengen. “Maar de cijfers tonen dat dat niet gelukt is”, stelt Vandenbroucke vast. “Dit is een ondoelmatige en onrechtvaardige maatregel. Vermogen wordt al lager belast dan arbeid. Dus daarop nog eens een voordeel toekennen, is de omgekeerde wereld.”
Per belastingplichtige is het voordeel beperkt. Voor de inkomsten uit 2023 kan voor 800 euro aan dividenden worden ingebracht. Dit jaar wordt het bedrag verhoogd naar 833 euro.
De betaalde belasting die maximaal teruggevorderd kan worden, bedraagt dan 249,90 euro. In 2022 kostte de maatregel in totaal 68 miljoen euro.