Is hier ergens een openbaar toilet? ’t Is dringend
Een vlot toegankelijke toilet vinden, zou geen onderzoeksjournalistiek moeten zijn, schrijft Marthe Van Loy.
Ik kan niet de enige zijn die steevast nog met jas en schoenen aan naar het toilet spurt als ik thuiskom, of te vaak in ongezellige cafés snel een koffie bestel om ook naar het kleinste kamertje te gaan. Vlaanderen en Brussel kampen nog steeds met een gebrek aan openbare, toegankelijke toiletten. En dat is vooral een gebrek aan doordacht ruimtelijk beleid.
Mijn queeste naar het aantal of de locaties van openbare toiletten in Vlaanderen bevestigt dat ik geen oogkleppen op heb. Op de website van de Vlaamse overheid vang ik volledig bot. Bij een zoekactie met ‘openbaar toilet’-filter op het oubollige platform ‘Toegankelijk Vlaanderen’, voel ik plaatsvervangende schaamte tegenover de mensen die deze website echt nodig hebben in hun dagelijkse leven. Een toilet vinden zou geen onderzoeksjournalistiek moeten zijn.
Ik verklein de radar dan maar. Op naar de Koekenstad. Het Visit Antwerpen-platform levert geen zinnig zoekresultaat op, de stadswebsite enkel een opsomming van openbare toiletten per district, for God’s sake. Het district Antwerpen – in 2022 goed voor zo’n 195.000 inwoners en 11,6 miljoen dagtoeristen – heeft er twaalf. En dan gaat het alleen om bibliotheken, musea, cultuur- en sportcentra. Plaatsen met beperkte openingsuren, waar je bovendien een letterlijke en figuurlijke drempel over moet om er binnen te stappen. Merk op dat het aanbod aanzienlijk slinkt op zon- en feestdagen. Uitgezonderd het Centraal Station, waar elke sanitaire stop je 1 euro kost.
Hier en daar komt er schot in de zaak. Brussel lanceerde het Toiletplan, Gent zette in op meer zichtbare, zelfs genderneutrale toiletten en De Panne opende in maart een zelfreinigend toilet aan het Westhoekreservaat. Toch is het te vroeg voor hoerageroep. Haal alle commerciële zaken uit de lijsten, en er blijft nog altijd bitter weinig over. Idem dito voor de Nederlandse HogeNood-app, waarin ook al tientallen toiletten in ons land geregistreerd zijn. Absoluut een handige tool, tenzij je schroom hebt om zomaar een hotel binnen te stappen alleen voor een toiletbezoek. Of tenzij alle zogenoemde gastvrije locaties potdicht zijn middenin een pandemie. Zo getuigde Vera in 2020 over hoe haar dochter, die autisme en reuma heeft, niet meer durfde te gaan wandelen uit plasangst.
Kwetsbare doelgroepen
De verantwoordelijkheid om een dringend toiletbezoek op te vangen, is niet alleen die van winkels en horecazaken. Het is niet aan hen om hun toiletten open te stellen voor nietklanten. Het is niet aan hen om wildplassen tegen te gaan. Het is aan het beleid om te investeren in een doordachte en toegankelijke openbare ruimte. En om er tenminste voor te zorgen dat de luttele openbare toiletten in je stad 24 op 7 open zijn, zoals in Leuven – uitgaansstad bij uitstek – nu pas groot nieuws is.
Naar het toilet gaan is een basisbehoefte. Aje moe kakkn, moeje kakkn. Je kunt ermee lachen, maar het lachen vergaat je snel als je daguitstap oncomfortabel of pijnlijk wordt door een volle blaas. Je plas te lang ophouden houdt medische risico’s in, en bepaalde doelgroepen zijn op dit punt extra kwetsbaar. Mensen met blaasen/of darmproblemen bijvoorbeeld, die gelukkig dankzij de ‘toiletpas’ van Stoma Vlaanderen alvast makkelijker het sanitair van allerlei plaatsen mogen gebruiken. Die drempel, weet je wel. Maar ook oudere mensen, jonge kinderen en vrouwen, zeker als ze zwanger zijn of menstrueren, hebben vaker nood aan een toilet. Dat de publieke ruimte werd ingericht naar mannelijke normen, is geen nieuws meer.
Wie oppert dat sanitair het uitzicht van een stad bezoedelt, doe ik een enkele reis Tokio cadeau, waar architecten en kunstenaars enkele toiletten tot waar design verheven
Vicieuze cirkel
Er valt iets voor te zeggen dat openbare toiletten criminaliteit en vandalisme aantrekken, omdat het onderhoud vaak te wensen overlaat. Vuiligheid trekt vuiligheid aan. Om die reden verdwijnen er nu openbare toiletten, zoals vorig jaar in Antwerpen. Maar zo beland je in een vicieuze cirkel. Recent onderzoek van Brussels Studies pleit dan ook, ondanks de huidige overlast, voor meer gratis en onderhouden toiletten, “als we de openbare ruimte in Brussel uitnodigend en divers willen maken”. En laat dat minstens de ambitie zijn. Onderhoud kost het beleid tijd en geld, maar is een voorwaarde om er een succesverhaal van te maken.
Dat het anders kan, zien we al vlak over de grens. Het aantal openbare toiletten in Nederland nam de laatste vier jaar met ruim 2.000 toe en alleen al binnen de ring van Parijs vind je er meer dan 750. In Nederland en in Parijs is meer dan de helft ervan toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Wie oppert dat sanitair het uitzicht van een stad bezoedelt, doe ik een enkele reis Tokio cadeau, waar architecten en kunstenaars enkele toiletten tot waar design verheven. Wie als stad of gemeente toegankelijk, inclusief en aantrekkelijk wil zijn voor bewoners én bezoekers, investeert maar beter in voldoende, zichtbare, gratis en onderhouden openbare toiletten. Misschien spurt ik dan zelfs minder snel naar huis.