“Mensen dumpen de gekste dingen bij ons, zelfs injectienaalden” REPORTAGE
Vintage is hip en containerparken zijn duur. Zo wordt het druk in de tweedehandswinkels, voor én achter de schermen. “Of iemand alle dvd’s bekijkt om te checken of er krassen in zitten? Daar is helemaal geen tijd voor.”
“Sinds het containerpark betalend is, dumpen mensen de gekste dingen bij ons. Als ik zeg: ‘Sorry, maar u moet naar het containerpark’, winden ze zich weleens op of mailen ze misnoegd naar mijn manager. Maar een zetel vol krassen, ook al is het dan echt leer, wat moeten we daarmee?”
Egon Olah (57) staat met een brede grijns aan het geefpunt van Kringwinkel Ateljee Getouwstraat in Gent, met een oppervlakte van ongeveer 22.000 vierkante meter en 258 werknemers het grootste depot van Oost-Vlaanderen. Olah bewaakt de backstage van de Kringwinkel: hij controleert de spullen die mensen afzetten, en beoordeelt of ze niet beter richting containerpark gaan. Het gaat hard op de tweedehandsmarkt, want onlangs kregen ze er een nieuwe klant bij: de hippe, jonge koopjesjager – op zoek naar vintage Prada of oldskool koersfietsen.
Een donkerblauwe 4x4 houdt halt aan het geefpunt. De bestuurder lost drie afgeladen volle dozen. Op de oppervlakte: skeelers, Legoblokken, een koekoeksklok, en een hoopje verstrengelde opladers. Olah steekt zijn duim op. De dozen worden weggerold richting magazijn. “Eigenlijk is het simpel: beschadigd is containerpark”, zegt Olah, bij zijn collega’s beter bekend als Mister Olah.
Overrijp voor het stort
“Onlangs zetten ze hier een zwarte zak kleren af. Toen ik dieper in de zak tastte, bleek die vol injectienaalden te zitten.” Olah schudt het hoofd. “Drugsafval. Gelukkig had ik mijn handschoenen aan. Ik heb ook al flessen vol frituurvet gevonden, mensen worden steeds creatiever om hun afval te dumpen in de kringloop. 30 procent van wat ik accepteer, blijkt achteraf toch overrijp voor het stort.” Ook de textielcontainers van de kringwinkel worden steeds vaker uit het straatbeeld weggehaald omdat ze allerlei schroot bevatten, vertelt een medewerker van de logistieke afdeling.
“Vroeger had de kringwinkel een stoffig imago – het was een winkel voor mensen met weinig geld”, vertelt Willem Devriese, verantwoordelijke van de afdeling. Op enkele meters van Olah kijkt hij toe hoe de containers het magazijn in gerold worden. “Nu is de kringwinkel allesbehalve stoffig. Mijn nichtje van achttien komt wekelijks met vriendinnen naar de kringloop – veel jonge koopjesjagers komen hier over de vloer.”
“Als de klant vlak voor het leggen van het duizendste puzzelstukje beseft dat er maar 999 in de doos zaten, krijgt die zijn geld terug. Eerlijk is eerlijk”
Willem Devriese
Kringwinkel Getouwstraat
Het gerucht gaat dat in het pakhuis van de kringloopwinkels een kotje is waar iemand dag en nacht films kijkt om te controleren of de dvd’s intact zijn. Hij wisselt af met de puzzels en telt na of ze wel volledig zijn. “Dat is een fabeltje!”, roept Devriese uit. “Daar is helemaal geen tijd voor.” Zijn lach weergalmt tussen de meters en meters gestapelde containers vol gerief. Alleen al van textiel komt er in de Oost-Vlaamse tak van Ateljee 100 ton per maand binnen. “Bij dvd’s kijken we gewoon naar de disk of er geen zichtbare krassen op staan. Puzzels worden geteld tot 100 stukjes, erna is het inschatten.”
Als de klant dan tijdens de ontknoping van Star trek vaststelt dat er een kras in de dvd zit, of vlak voor het leggen van het duizendste puzzelstukje beseft dat er maar 999 in de doos zaten, krijgt die zijn geld terug. “Eerlijk is eerlijk”, besluit Devriese.
Koopdrift
In de textielafdeling van de kringwinkel slentert Iznel Verheyen (25), masterstudent klinische psychologie, al meer dan een uur rond. “De kledingstukken hier zijn uniek, en uit verschillende periodes”, zegt ze terwijl ze het handvat van haar volgestapelde kar inklapt. Mouwen en broekspijpen bungelen eruit. “Ik koop hier kleren, en thuis knap ik ze op met mijn naaimachine. Nu ben ik op zoek naar een cadeau voor mijn zus en vriendin. In de kringwinkel ben ik even uit mijn hoofd, en in het nu. Ik heb ook geen Tiktok of Instagram, omdat ik niet wil belanden in die onverzadigbare koopdrift. In de kringwinkel kan ik mindful met kledij bezig zijn.”
Achter de schermen van de winkel baant Devriese zich in fluohesje een weg door het magazijn. Aan het geefpunt staat intussen een bestelwagen met tien doorgezeten bureaustoelen die ooit blauw waren. Als Devriese aan een touw trekt, opent de poort naar het elektrodepot, waar zo’n vijftig afgedankte vaatwassers staan, een dertigtal koelkasten, platenspelers, computers (van het soort dat je vroeger met je grote teen aanstak), en een bescheiden, leeg aquarium met een verloren Club Brugge-tochthond erin.
Op de grond ligt een wasmachine met alle ingewanden bloot, een medewerker dissecteert haar met tang en schroevendraaier. Hij slaakt een zucht, mept de wand weer tegen de machine, zet hem recht en schrijft RIP op de witte Samsung. Rest in peace.
“Van onze 258 werknemers heeft iedereen een eigen rugzakje”, vertelt Devriese, terwijl we langs een werktafel passeren waar ze een blender weer aan de praat proberen te krijgen. “Ze zijn vaak langdurig werkloos geweest, of voeren hier hun werkstraf uit. We begeleiden ze, en proberen ze vaak ook voor te bereiden om opnieuw op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag te gaan. Iedereen heeft zijn moeilijkheden, maar hier bloeien ze vaak open: ze leren een skill en krijgen respect voor hun werk.”
“Dat is waar we als kringwinkel voor staan”, aldus Devriese. “Ongeacht je verleden ben je welkom, achter de schermen én in de winkel. Dat tweedehands aan populariteit wint, is dus allesbehalve een doorn in het oog of een nadeel voor wie het financieel écht moeilijk heeft. Hoe meer klanten we hebben, hoe vlotter onze verkoop loopt, en hoe beter we onze werking kunnen garanderen. De jonge thrifters zijn dus meer dan welkom.”