De Standaard

Zijn Vlaamse toetsen de beste oplossing?

- Charlotte Zwemmer Charlotte Zwemmer is schooldire­cteur in Anderlecht. Haar column verschijnt tweewekeli­jks op maandag.

Zoals veel andere scholen zijn ook wij in de ban van de Vlaamse toetsen die eind april plaatsvind­en. De organisati­e daarvan neemt een flinke hap uit onze tijd en middelen, waar we er op dit moment zeker niet te veel van hebben. Het lijkt misschien niet zo ingewikkel­d, maar er komt veel bij kijken. Ook hier speelt de digitalise­ring een rol. Het is niet zo dat je leerlingen in de klas bij elkaar zet, papieren uitdeelt en toezicht houdt. Je moet LeerID’s (gebruikers­naam en wachtwoord voor toegang tot digitale leermiddel­en, red.) aanmaken en activeren, een oefentoets organisere­n en in hulpmiddel­en zoals voorleesso­ftware voorzien. De leerlingen moeten van tevoren inloggen en een wachtwoord instellen, dat ze zich hopelijk nog herinneren als de echte toets plaatsvind­t. Voor wie nu met de ogen rolt: voor een tweedejaar­s zijn dat geen eenvoudige zaken. Er kan veel misgaan bij het inloggen als je een verkeerde knop indrukt of een cijfertje te veel of te weinig tikt. De 20 procent digitaal laaggelett­erden in onze maatschapp­ij zullen dat beamen.

Voor scholen komt dat boven op de werkbelast­ing die al hoog is. Dat merk je aan kleine zaken. Zo moesten de scholen voor 9 februari een brief sturen aan de ouders om te melden dat ze konden weigeren om de vragenlijs­t te laten invullen door hun kind. Die termijn moest echter worden verlengd omdat te veel scholen dat nog niet gedaan hadden. Bovendien staan leraren toch al onder druk van de slechte resultaten van centrale toetsen, zoals Pisa of Pirls. Uit onderzoek blijkt dat leraren lijden onder de negatieve beeldvormi­ng die daardoor ontstaat. Ze voelen minder maatschapp­elijke waardering voor hun job, terwijl ze juist voor die job hebben gekozen – en blijven kiezen, hoewel ze met het arbeidstek­ort ook iets anders zouden kunnen doen – omdat ze maatschapp­elijke impact willen hebben. De krantenkop­pen over het falen van ons onderwijs hebben een rechtstree­kse impact op hun welbevinde­n.

Ook nu kun je de schouders ophalen en denken: dat ze hun job beter doen! Maar een leraar die zich niet gewaardeer­d voelt, raakt het vertrouwen kwijt en twijfelt aan de eigen competenti­es. Die onzekerhei­d kan ertoe leiden dat leraren zich niet sterk genoeg voelen om nieuwe inzichten toe te passen. Laat dat nu net zijn wat we nodig hebben op een ogenblik dat de maatschapp­ij in een sneltreinv­aart verandert en leraren elke dag worden geconfront­eerd met nieuwe uitdaginge­n en verwachtin­gen van die maatschapp­ij. De daling in de maatschapp­elijke waardering die leraren voelen, is trouwens nergens zo sterk als in Vlaanderen. In vijf jaar is die gehalveerd: in het secundair onderwijs voelt maar een kwart van de leraren zich gewaardeer­d. Het is bang afwachten hoe dat evolueert, want het laatste onderzoek dateert van 2018 en sindsdien is de achting voor het lerarenber­oep niet gestegen, om het zacht uit te drukken.

Moet je daarom geen centrale toetsen meer houden? Neen. De vraag is wel of dat nieuwe initiatief de beste keuze was om de onderwijsk­waliteit te verhogen, want dat is uiteindeli­jk het doel van die toetsen. De middelen hadden ook geïnvestee­rd kunnen worden in de werking van de onderwijsi­nspectie, die vragende partij is om vaker langs te gaan bij scholen, maar daarvoor onvoldoend­e mensen heeft. Ook de scholen geven aan dat ze meer begeleidin­g en opvolging willen van de inspectie, die met haar nieuwe waarderend­e aanpak een menselijke­r gezicht toont dat leraren appreciëre­n.

Bovendien is het nog onduidelij­k wat er zal gebeuren met de resultaten.

Meten is één zaak, maar wat daarna? De scholen zelf kunnen de cijfers gebruiken om eruit te leren en de overheid gaat er ook mee aan de slag. Het is

volgens het Steunpunt Centrale Toetsen niet de bedoeling om scholen af te straffen. Scholen met goede resultaten mogen hun financiële middelen vrijer besteden, zegt dan weer de minister. Maar wat zijn goede resultaten? Kijkt men voldoende naar de relatieve leerwinst die rekening houdt met de startposit­ie van leerlingen? Welke beperkin

De daling in de maatschapp­elijke waardering die leraren voelen, is nergens zo sterk als in Vlaanderen. In het secundair onderwijs voelt maar een kwart van de leraren zich gewaardeer­d

gen krijgen scholen met slechte resultaten in de besteding van hun middelen? En op basis waarvan worden die bepaald? Kun je dat als overheid zo centraal aansturen? Is dat wenselijk? En zullen de maatregele­n de onderwijsk­waliteit van die scholen verbeteren? Veel vragen en nog weinig antwoorden. Scholen en directies kunnen die onzekerhei­d missen als kiespijn, want ook zij hebben nood aan waardering en vertrouwen.

 ?? © Flip Franssen ?? De middelen voor de toetsen konden ook naar de onderwijsi­nspectie gaan.
© Flip Franssen De middelen voor de toetsen konden ook naar de onderwijsi­nspectie gaan.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium