Volksuniversiteit
De Nederlandse taalkundige Marc van Oostendorp vestigt in het tijdschrift Onze Taal de aandacht op een kritisch rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (Knaw). Terwijl je vroeger Friese Taal en Cultuur kon studeren aan vier universiteiten, schiet er nu maar eentje meer over. En aan die Groningse universiteit is het Fries ook nog maar een ondergeschoven vakje. Dat kan niet, stelt de commissie van de Knaw. Bovendien ondertekende Nederland ooit het Europees Handvest voor Minderheidstalen. Op die manier heeft het land zich geëngageerd om zijn inwoners tussen hun zeven en achttien jaar de mogelijkheid te bieden tot onderwijs in het Fries.
Elk jaar wordt Nederland daarvoor op de vingers getikt door Europa. En in een land met een protestantse achtergrond vraagt een commissie op een bepaald moment uiteraard consequent gedrag.
Vanzelfsprekend ondertekende België het Europees Handvest voor Minderheidstalen niet. En mocht het dat toch gedaan hebben, zou het elk jaar vrolijk de reprimandes van de Europese Raad naast zich neerleggen. Ik zou het nochtans geweldig vinden vrije student te zijn in de universitaire opleiding Waaslandse Taal en Cultuur. Waar je eindelijk de wetenschappelijke waarheid leert! Zeggen ze in Sint-Niklaas echt ‘ pelleke kou’ tegen een ijsje? Of maakte je studievriend je dat ooit wijs op een zatte avond? Moet je je jaar overdoen als je ‘aa’ niet lelijk genoeg uitgesproken is? O, wat zou ik zweten op de universitaire banken van de Limburgse Talen en Culturen aan de universiteit van Hasselt! De invloed van het Duits is groot op dat dialect, en mijn kennis van die taal trekt op den Hund sein Klüten. En bestaat er een vak ‘Mijnwerkerslimburgs’, over de invloed van het Pools, Italiaans, Marokkaans en Spaans op het dialect in de koolputten?
Zou in de opleiding antwerpsistiek ‘Oepscheppe’ een hoofdvak zijn? Als je te bescheiden bent in eerste zit, mag je dikke nek het in augustus nog eens proberen. En wat zou het fantastisch zijn als je op de schoolbanken de Gentse druugekluutenhumor kon leren, zonder daarin geboren en getogen te moeten zijn.
Maar zeker in een tijd waarin het aantal studenten Taalkunde Nederlands schrikbarend daalt, zijn er waarschijnlijk dringender prioriteiten. Moeten we het onderwijzen van de dialecten – en de bijbehorende cultuur waarin ze marineerden – niet overlaten aan mensen zoals de Perfesser Gents, die in de Minardschouwburg vrolijke en geanimeerde lezingen geeft over zijn dialect? In Vlaanderen zouden we het pretentieus vinden om een dialect een minderheidstaal te noemen, en het universitair aan te leren.
En toch, en toch. Op sommige avonden verschijnt er onder dialectsprekers, als een geest uit een fles, een enorm sérieux. Eén iemand staart in de verte en zegt iets als: “In Oostende zeggen ze in plaats van ‘mannen en vrouwen’ ‘ venters en wuuvers’.” Iedereen knikt, benieuwd waar dit naartoe gaat. “Dat is toch speciaal”, vervolgt de spreker. “Zou dat een dubbel meervoud zijn?” Er begint een verwoede discussie. Een paar mensen zien in ‘wuuver’ inderdaad een meervoud, maar volgens een paar venters is ‘wuuver’ gewoon enkelvoud. Nog iemand anders werpt op dat je ‘wijf’ sowieso niet meer mag zeggen. “Daarom is het belangrijk dat we het erover hebben”, zegt de kerel die de discussie begon. “Als je ‘wijf’ niet mag zeggen, en ‘wuuvers’ is dubbel meervoud, dan ben je extra hard in overtreding!”
“Typisch Oostends om hun meervoud dubbel te doen,” merkt iemand minachtend op, “zulke overdrijvers!” Eén iemand, afkomstig uit Oostende, werpt verontwaardigd tegen dat de rest van de tafel toch ook ‘kinders’ zegt. Iedereen knikt. Dat dat toch ook een dubbel meervoud is, zegt de Oostendenaar. Verwonderd valt de tafel stil. En met een traktatie voor alle vinters en wuuvers sluit de Oostendenaar deze les van de Volksuni
versiteit af.
Zou in de antwerpsistiek ‘Oepscheppe’ een hoofdvak zijn? Als je te bescheiden bent, mag je het in augustus nog eens proberen