De gordiaanse knopen van Tusk
Hoe je de rechtsstaat ontmantelt, dat leerden de Polen de laatste jaren. Moeilijker is het om hem weer op te tuigen, zegt Ruud Goossens. En ook niet zonder gevaar.
Hij loopt er zelf niet graag meer mee te koop, maar Jaroslaw Kaczynski is een doctor in de rechten. Jarenlang bezigde de sterke man van het nationaal-populistische PiS een variant van het Pools die bij die academische status past. Dat is echter, zo bleek de voorbije dagen nog eens, al een hele tijd geleden. Kaczynski ging verbaal vol op het orgel. Hij zei dat twee van zijn partijgenoten de voorbije weken zijn “gemarteld” en wel op bevel van de nieuwe regering. Sterker nog, het was de nieuwe premier, zijn eeuwige nemesis, de liberaal-democraat Donald Tusk, die hoogstpersoonlijk de opdracht had gegeven voor hun mensonterende behandeling. Kaczynski’s conclusie: nieuwe verkiezingen en snel!
Aan de basis van al die opwinding staan de PiS’ers Mariusz Kaminski en Maciej Wasik. In december werden de ex-minister van Binnenlandse Zaken en zijn medewerker veroordeeld tot twee jaar cel voor machtsmisbruik. De twee fabriceerden in 2007 een corruptiedossier tegen een politieke concurrent. Om hun gevangenisstraf te ontlopen verschansten Kaminski en Wasik zich in het presidentieel paleis. Dat is, in tegenstelling tot de regering, nog altijd in handen van een man van PiS-signatuur, Andrzej Duda. Toen de politie hen daar begin januari toch arresteerde, onder grote mediabelangstelling, gingen Kaminski en Wasik in hongerstaking. Waarna Duda hen gratie verleende.
Die waanzinnige zaak, vol emotie en peripetieën, is exemplarisch voor de vurigheid van de Poolse politieke strijd, dezer dagen. Volgens de PiS-oppositie zijn Kaminski en Wasik niets minder dan “nationale helden”. De eerste “politieke gevangenen” van het nieuwe Polen, dat sinds december door Donald Tusk en zijn vierpartijencoalitie wordt geleid. Kaczynski vergeleek hun lot met dat van zijn oom tijdens de Tweede Wereldoorlog: die belandde in handen van de Gestapo. Tusk noemt het spektakel dat PiS opvoert dan weer te gek voor woorden. En hij ontwapent niet: “Deze zaak is nog maar net begonnen”.
Zuivering
Wat in Polen gebeurt, verdient ook onze aandacht. Tusk boekte er enkele maanden geleden een zeldzaam electoraal succes in de strijd tegen het rechtspopulisme. Dat leidde, ook buiten Polen, tot vreugde bij mensen die de liberale democratie in het hart dragen. Begrijpelijk, maar het vervolg is even cruciaal. Tusk moet de rechtsstaat, die na acht jaar PiS-bewind veel averij heeft opgelopen, weer optuigen. Hij moet een antwoord formuleren op vragen die de volgende jaren ook elders, om de VS en de rest van Europa niet te noemen, erg relevant dreigen te worden. Kun je een gehavende democratie in ere herstellen? Hoe moeilijk is dat?
Ontzettend moeilijk, zo blijkt momenteel in Warschau. De laatste jaren hebben Kaczynski en co. het staatsapparaat bezet met hondstrouwe adjudanten. Er is eigenlijk een “zuivering” no- * dig, een verandering van elites, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Bij ontslagen moeten er procedures gevolgd worden. Die zijn vaak door PiS uitgetekend en vallen niet zomaar bij te sturen. Nieuwe wetten botsen op een veto van de president, die zich niet als een neutrale arbiter opstelt, of op bezwaren van het Grondwettelijk Hof. Ook daar zitten alleen PiS-getrouwen. Het is geen toeval dat Kaczynski’s gebeuk tegen de liberale rechtsstaat precies bij die instelling begon, in 2015.
Bovendien is de sfeer in het land toch net iets anders dan in 1989, bij de val van het communisme. Toen moest de democratie van nul opgebouwd worden. Maar iedereen wilde wel dezelfde richting uit, weg van Moskou. Deze keer moet er ellende opgeruimd worden die in Polen zélf gefabriceerd is. In de woorden van Timothy Garton Ash: “It’s an entirely homemade mess”. Dat maakt ook dat het land erg verdeeld blijft. PiS is nog altijd de grootste partij. En ze probeert, zoals Tusk nu zegt, een soort schaduwstaat uit te bouwen. Een constitutionele crisis loert om de hoek.
Mazen in het net
Tusk gooit er sinds zijn start de beuk in, onder meer bij de openbare omroep. Die werd de laatste jaren veranderd in een PiS-propaganda-apparaat. Tijdens de campagne beloofde Tusk dat hij “maar 24 uur” zou nodig hebben om daar komaf mee te maken. Het blijkt net iets complexer. Benoemingen van nieuwe topmensen moeten strikt genomen via een Nationale Mediaraad passeren. Die werd enkele jaren geleden geïnstalleerd door PiS en – dat raadde u al – volledig bezet met PiS-getrouwen.
Daarom besliste de regering-Tusk om een bazooka boven te halen. Om de weg vrij te maken voor nieuwe managers en hoofdredacteurs moesten de zenders in liquidatie. Er gingen geen jobs verloren, maar een nieuwskanaal verdween wel even uit de ether. Het journaal veranderde van naam. Ook dat leidde tot veel protest. De studio’s van de zender werden, met de hulp van een aantal PiS-parlementsleden, bezet. Ze zeggen, het is best ironisch, dat Tusk de persvrijheid de nek omwringt.
De regering neemt ook haar toevlucht tot allerlei kunstgrepen. Zo zijn er heel wat ambassadeurs van PiS-signatuur voor overleg teruggeroepen naar Warschau. Dat overleg kan best even duren. En zo worden er heel wat PiSmagistraten die nog vakantie hadden staan, gedwongen om die ook op te nemen. In Die Zeit zei minister van Justitie Adam Bodnar deze week dat de nieuwe regering op zoek moeten naar “de mazen in het net” dat door Kaczynski is achtergelaten.
De grote vraag
Er zijn veel redenen om blij te zijn met Tusks doortastendheid. Er liggen gigantisch veel werven te wachten. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht moet worden hersteld. De Centrale Bank wordt geleid door een PiScreatuur. Ook heel wat staatsbedrijven, theaters en musea zijn in handen van
Kaczynski’s getrouwen. Het is een mega-opdracht. In The Guardian stak de Poolse publicist Wojciech Orlinski zijn plezier gisteren dan ook niet weg, nu de nieuwe regering er zo voluntaristisch in vliegt: “PiS zit nu zelf eens in de hoek waar de klappen vallen.”
Maar er zijn ook gevaren verbonden aan Tusks strategie. Een aantal onberispelijke democraten, zoals de Britse professor Stanley Bill, vreest dat zijn aanpak Polen op termijn verder duwt in de richting van een ‘majoritaire’ democratie, van een tirannie van de meerderheid. Waarbij de winnaar van verkiezingen, in een escalerend politiek klimaat, telkens alle beslissingen van het vorige bestuur uitveegt. En zich daarbij niet te veel aantrekt van procedures. De grote vraag is: hoe ver mag je individuele regels oprekken als je hoger doel het herstel van een kapotte rechtsstaat is?
In Brussel, waar de Europese Commissie de Poolse ontwikkelingen op de voet volgt, is er veel bereidheid om Tusk een handje te helpen. Na Kaczynski’s gemorrel aan de instellingen werden er tientallen miljarden steun aan Warschau bevroren. De Commissie is bereid die te lossen als de rechters hun onafhankelijkheid terugkrijgen. Daar mag ze, de bezwaren van Stanley Bill indachtig, goed op toekijken. Ook Tusk moet voldoende grendels inbouwen. Maar een eerste schijf van 5 miljard euro werd ondertussen al wel vrijgegeven. En dat is maar goed ook.
De grote vraag is: hoe ver mag je individuele regels oprekken als je hoger doel het herstel van een kapotte rechtsstaat is?
Geen naïviteit, aub
Een al te strenge aanpak zou immers volstrekt naïef zijn, zeker tot aan de presidentsverkiezingen van mei volgend jaar. Als PiS ook daarin aan het kortste eind trekt en weg moet uit het presidentiële paleis, wordt het voor Tusk veel eenvoudiger om de democratie op iets orthodoxere wijze op te tuigen. Tot dan kun je van de Poolse regering niet verlangen dat ze heiliger is dan de paus. Het Grondwettelijk Hof is onder PiS een instrument geworden om de grondwet te negeren. Dan is het logisch dat er naar omwegen wordt gezocht. Als de regering-Tusk de PiS-structuren intact laat, maakt ze zichzelf vleugellam. Peilingen geven ook aan dat een grote meerderheid van de Polen op dezelfde lijn zit. Dat is goed nieuws.
Nóg handiger ware het natuurlijk geweest als de knoppen van de democratie nooit in handen waren gevallen van nationaal-populisten met een autoritair kantje. Dan had de rechtsstaat achteraf niet opnieuw in mekaar geknutseld hoeven te worden. De Poolse geschiedenis noopt vooral tot grote voorzichtigheid met zulke experimenten. Toen Kaczynski won in 2015, sprak hij tijdens de campagne vooral over sociale maatregelen en migratie. Over zijn plannen met het Grondwettelijk Hof zweeg hij zedig. Hij probeerde zich, op een racistische uitschuiver na, vooral milder in de markt te zetten. Gaat er een belletje rinkelen?
Ruud Goossens is redacteur van deze krant. In ‘Onder de waterlijn’ peilt hij elke maand de onderstromen van de macht.