Een gewezen skikampioen is de toekomst van het tennis
Nu hij de Serviër Novak Djokovic heeft uitgeschakeld op de Australian Open, wenkt voor Jannik Sinner de absolute doorbraak. De Italiaanse laatbloeier geldt al langer als een van de grootste tennistalenten. “Ik bewandel bewust mijn eigen weg naar de top.”
Jannik Sinner (22) is al even op dreef – hij won acht van zijn laatste negen duels tegen een speler uit de top 5 van de wereldranglijst – en toch was zijn overwinning vrijdag tegen Novak Djokovic (36) in de halve finales van de Australian Open een verrassing. De Servier heeft in de Rod Laver Arena dan ook een geschiedenis die doet duizelen: sinds 22 januari 2018 had de tienvoudige eindwinnaar er geen match meer verloren, goed voor 33 ongeslagen wedstrijden op een rij.
Maar Sinner benaderde de perfectie en gunde de koning van Melbourne slechts één set: 6–1, 6–2, 6–7, 6–3. Zijn finaleticket is de bevestiging van wat het Amerikaanse tennisicoon John McEnroe begin 2020 al zei: “Sinner is een van de meest getalenteerde jongens die ik in tien jaar heb gezien, met het potentieel om talloze grandslamtoernooien te winnen.”
Puur voor het plezier
Als zevenjarige stopte de roodharige Italiaan nochtans ruim een jaar met tennis. De jonge Sinner, opgegroeid in het wintersportoord Sexten in Zuid-Tirol, was toen vaker op de piste dan op de courts te vinden. Tussen zijn achtste en twaalfde behoorde hij tot de beste skiërs van Italië – hij werd onder meer nationaal jeugdkampioen reuzenslalom. Zijn vader Hanspeter en moeder Siglinde werkten als chef-kok en serveerster in een skilodge, drievoudig olympisch kampioen Alberto Tomba en viervoudige wereldkampioen Bode Miller waren zijn helden.
“Ik deed het gewoon met mijn vriendjes voor of na schooltijd. Puur voor het plezier”, zei Sinner er vorig jaar over in een gesprek met de Nederlandse krant NRC. “Zoals ik ook voor mijn plezier tenniste.” Slechts twee keer per week nam hij een racket in handen, pas vanaf zijn veertiende begon hij dagelijks te trainen – rijkelijk laat tegenover vele andere toppers. Naar eigen zeggen schoof Sinner de latten aan de kant omdat hij meer houdt van het ‘spel tegen de ander’. “Bij skien ga je alleen naar beneden. Je hebt geen idee of je sneller moet, of dat je hard genoeg gaat.”
Sinner ruilde Sexten in voor de Italiaanse Riviera om er onder de vleugels van Riccardo Piatti te schaven aan zijn techniek. Die had eerder samengewerkt met Djokovic en Maria Sharapova, maar Sinner had het aanvankelijk niet makkelijk. Op internationale toernooien moest hij vaak na één wedstrijd al afdruipen en zijn eerste jaar als prof sloot hij in 2018 af als 543ste op de wereldranglijst.
Diep door de knieën
Toch liet hij het jaar daarop van zich spreken door de Next Gen ATP Finals te winnen, het WK voor spelers onder 21 jaar. In 2020 zette hij zijn opmars voort, klopte voor het eerst een toptienspeler – de primeur was voor David Goffin – en werd op zijn negentiende de jongste speler sinds Rafael Nadal in 2005 die bij zijn debuut de kwartfinales bereikte op Roland Garros.
De afgelopen jaren schopte de Italiaan het ook op de US Open tot de laatste acht (in 2022), vorig jaar voegde hij zich op Wimbledon bij de laatste vier. En nu heeft de huidige nummer vier van de wereld dus zijn eerste grandslamfinale beet. Daarin neemt hij het op tegen de Rus Daniil Medvedev, die de Duitser Alexander Zverev uitschakelde (5–7, 3–6, 7–6, 7–6, 6–3). “Als alles goed blijft gaan, dan kan ik een hele grote speler worden”, zei Sinner begin vorig jaar nog voor het ATP-toernooi in
Rotterdam. “Ik bewandel bewust mijn eigen weg naar de top. Al die andere tennissers doen dat ook.”
Zijn verleden op de latten helpt hem vandaag op de baan: Sinner dankt er zijn uitstekende evenwicht en zijn souplesse aan
Hard meppen kon hij altijd al, de jongste jaren voegde hij er ook een uitgebreid arsenaal aan slagen aan toe. Met zijn tweehandige backhand slaagt Sinner, een agressieve baselinespeler, erin zijn tegenstanders te doen rennen tot ze erbij neervallen. Een andere troef is het topspin-effect dat hij op zijn ballen steekt. Ook zijn verleden op de latten helpt hem op de baan: Sinner dankt er zijn uitstekende evenwicht, zijn beweeglijkheid en zijn souplesse