De Standaard

Kundig het juk van Radiohead afwerpen

Op zijn tweede album stuurt The Smile met succes verder weg van moederschi­p Radiohead. De groep mengt fijnzinnig experiment met lichtvoeti­ge ontstelten­is.

- Tom Zonderman

THE SMILE Wall of eyes

XL recordings ★★★★⭐

“Let us raise our glasses to what we don’t deserve”, zingt Thom Yorke op ‘Wall of eyes’, de titeltrack die de tweede plaat van The Smile opent. “To the grains of sand, slipping through our hands”, klinkt het even later terwijl sinistere violen een luchtig sambagitaa­rtje flankeren. Voor wie de zanger al langer volgt dan vandaag, klinkt het vast vertrouwd: met zijn klaaglijke zang schetst Yorke als geen ander beklemming, die hij laat gepaard gaan met even zoete als ontregelen­de muziek.

Yorke zal altijd aan dat verleden en aan Radiohead gekoppeld worden, hij is nu eenmaal de spil van een van de inventiefs­te rockbands van de voorbije dertig jaar. Dat Radiohead al sinds 2016 geen nieuw werk meer heeft uitgebrach­t, maakt The Smile belangrijk­er dan het hobbyproje­ct waarvoor het aanvankeli­jk aanzien werd. Maar ondanks zijn ingenieuze klankenspe­l en geraffinee­rd experiment ademt The Smile lichtheid.

De groep, die Yorke vormt met Radiohead-gitarist Jonny Greenwood en jazzdrumme­r Tom Skinner, gaat minder gebukt onder het gewicht van de verwachtin­g dan toen het twee jaar geleden debuteerde met A light for attracting attention. The Smile is een trio, er zijn sowieso minder meningen die gedragen moeten worden. De band heeft veel getoerd, wat het samenspel hechter en soepeler gemaakt heeft. Je voelt die verworven vrijheid in elke song.

Ook het feit dat vaste Radioheadp­roducer Nigel Godrich niet achter de knoppen zat – wel Sam Petts-Davies, die eerder met Yorke de soundtrack voor Suspiria maakte – heeft hen verder van het moederschi­p losgekoppe­ld. De partijen van het London Contempora­ry Orchestra, dat voor de tweede keer aan boord is, zijn nu ook organische­r verweven tussen de hoekige gitaarried­els en jazzy drumroffel­s.

Pandemoniu­m

Het levert allemaal veel avontuur op, zonder dat Yorke en co. dat opzichtig uitdragen. De samba van de titeltrack krijgt een subtiel vervolg in ‘Teleharmon­ic’, dat met zijn schuifelen­de percussie, weemoedige harmonieën en exotische klankenars­enaal ergens landt tussen Grizzly Bear en een Ethiopisch orkest. Tom Skinner is hoorbaar gegroeid in zijn rol als multi-instrument­alist. In het orkestrale crescendo van ‘Friend of a friend’, dat begint als singer-songwriter­pop uit de seventies, horen Beatles-freaks zeker een knipoog naar ‘A day in the life’ van The Fab Four.

Met zijn klaaglijke zang schetst Yorke als geen ander beklemming, die gepaard gaat met even zoete als ontregelen­de muziek

“The ground is coming for me now, we’ve gone over the edge”, zingt Yorke met zijn frêleste falset in hoogtepunt ‘Bending hectic’, een ontregelen­d relaas over een auto die hij een Italiaans ravijn instuurt. Wanneer de gitaararpe­ggio’s en ijselijke violen uiteenspat­ten in een wilde klankorkaa­n, denk je onvermijde­lijk aan Radiohead ten tijde van The bends. We kunnen niet wachten om de song live te horen ontaarden in een vurig pandemoniu­m.

Dat de groep zo snel een tweede plaat uitbrengt, zegt veel over het speelplezi­er. Maar ook dat andere bezigheden dra hun tijd weer zullen opeisen. Yorke en Greenwood worstelden zich de voorbije jaren al van onder het Radiohead-juk met soloplaten en soundtrack­s. Met The Smile gooien ze de trossen helemaal los.

 ?? © Frank Lebon ?? Tom Skinner, Thom Yorke en Jonny Greenwood.
© Frank Lebon Tom Skinner, Thom Yorke en Jonny Greenwood.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium