De hoogste tijd om de ‘man’ in ‘emancipatie’ te stoppen
GENDERGELIJKHEID De uitspraak van Tom Coninx dat emancipatie te ver gaat, maakt duidelijk dat er veel meer emancipatie nodig is, schrijft Theun Pieter van Tienoven.
Een interview van Tom Coninx in Dag Allemaal heeft flink wat stof doen opwaaien. Zijn uitspraken over de ‘nieuwe man’, al dan niet ongenuanceerd of buiten hun context weergegeven, maken nog maar eens duidelijk hoe diep traditionele opvattingen over genderrollen in het mannelijke (on)bewustzijn geworteld zitten. Die ophef bevestigt waar onderzoek al jaren op wijst: er is nog een lange weg te gaan om tot gendergelijkheid in het huishouden te komen.
Een jaar geleden interviewde ik jonge vaders over de reden om vaderschapsverlof op te nemen. Al die vaders hadden de intentie om bij te dragen aan de zorg- en huishoudelijke taken, maar hun verwoording was opvallend. Ze deden het om hun vrouw te ondersteunen, te ontlasten, te helpen of bij te staan. Alsof het om een gunst ging, bijna een geschenk, voor iemand die van nature met die taken belast is.
Coninx is dus niet de eerste en zal zeker niet de laatste zijn die nurture lijkt te verwarren met nature als het op kinderzorg en huishoudelijke taken aankomt. Luiers verschonen, strijken en poetsen is niet ‘natuurlijker’ voor vrouwen. Het is niet aangeboren of beinvloed door genetische overerving of andere biologische factoren. Luiers verschonen, strijken en poetsen zijn handelingen die zich vormen onder invloed van de leefomgeving. En in die leefomgeving voeren genderstereotype rolopvattingen nog altijd de boventoon.
Patriarchale zuiderse cultuur
Die rolopvattingen vloeien voort uit het traditionele idee dat betaald werk synoniem is voor de realisatie van mannelijke identiteiten en sociale rollen, terwijl huishoudelijk werk en kinderzorg synoniem is voor de realisatie van vrouwelijke identiteiten en sociale rollen. De overwaardering en zichtbaarheid van betaald werk en de onderwaardering en onzichtbaarheid van onbetaald werk voeden de dominantie van de mannelijke rol over de vrouwelijke rol. En een dominante (gender)rol komt met macht, status en een geprivilegieerde positie in de samenleving.
Uitspraken dat in Italië “een man
Vanuit hun dominante positie lijken mannen alleen te verliezen als ze hun genderrol doorbreken
nog een man mag zijn” en dat “emancipatie te ver gaat” passen binnen de weerstand om die dominante positie te verlaten, als was die een bedreiging voor de mannelijkheid en de masculiene hegemonie. Vanuit hun dominante positie lijken mannen alleen te verliezen als ze hun genderrol doorbreken. Vrouwen hebben vanuit hun ondergeschikte positie juist te winnen bij het doorbreken van hun genderrol.
Dat verklaart ook grotendeels de asymmetrische emancipatie in het huishouden. Uit onderzoek is al herhaaldelijk gebleken dat de huishoudrevolutie eenzijdig is. Dat de genderkloof in huishoudelijk werk, kinderzorg en betaald werk kleiner is geworden, komt vooral doordat vrouwen minder tijd zijn gaan besteden aan de eerste twee en meer aan het laatste. De tijdbesteding van mannen is niet wezenlijk veranderd.
Dat ze die trend in Italië niet kennen, heeft overigens niets met geluk te maken, wel met de nog dieper gewortelde patriarchale cultuur van dat land. Die uit zich onder meer in een welvaartsstaat waarbinnen de (kinder)zorg in grote mate gedragen wordt door vrouwen in de familiale sfeer. Dat verklaart minstens de alomtegenwoordigheid van Italiaanse huishoudens met het mannelijke kostwinnersmodel.
Bedoeld of onbedoeld, misschien is het goed dat de uitspraken van Coninx stof hebben doen opwaaien en moeten we ze lezen als een wake-upcall: emancipatie gaat helemaal niet te ver. Emancipatie is nog altijd nodig. Zeker de emancipatie van de man.