Oekraïne, een geval van pure projectie
In 2024 is het 200 jaar geleden dat de Britse romantische dichter Lord Byron overleed. De dichter was in Missolonghi gaan vechten aan de zijde van de Griekse onafhankelijkheidsstrijders, maar hij stierf op zijn 36ste na een verkoudheid. We kennen Byron nu vooral als auteur van Don Juan en Childe Harold’s pilgrimage, maar in 1819 schreef hij het gedicht ‘Mazepa’, dat nu ook nog actueel is.
Ivan Mazepa (1639-1709) was een kozakkenleider die in het begin van de 18de eeuw opkwam voor Oekraïense onafhankelijkheid. Tot woede van de Russische tsaar koos hij de kant van de Zweedse koning in de oorlog tussen Rusland en Zweden. Mazepa’s ontvoogdingsstrijd is een bouwsteen van de Oekraïense nationale identiteit. De afbeelding van de kozak siert nog steeds de Oekraïense bankbiljetten.
Mazepa sprak in zijn tijd al sterk tot de verbeelding. Onder andere Daniel Defoe en Voltaire schreven over de kozakkenleider die het aandurfde een vuist te maken tegen Rusland. Ook Byron zag wat in de exotische held. In zijn gedicht vertelt hij de legende na over hoe Mazepa verliefd werd op een Poolse gravin en hoe haar boze echtgenoot hem als straf naakt op de rug van een briesend wild paard liet vastbinden en het beest losliet. In acht adembenemende strofen beschrijft Byron de dolle rit van het paard over de Oekraïense steppe. Dagenlang wordt de jonge kozak geradbraakt op het tomeloze paard, dat van west naar oost galoppeerde. Aan het einde van het gedicht wordt de jonge Mazepa meer dood dan levend gevonden en meegenomen naar een kozakkenfort om daar te herstellen.
Byrons gedicht sprak tot de verbeelding van veel lezers. Het beste voorbeeld daarvan is een prachtig schilderij van Théodore Géricault, die Mazepa in dik aangezette vegen schilderde, naakt en schreeuwend van pijn op het paard, een heuse martelaar van de liefde. Naast veel schilderijen (Delacroix, Vernet en Chassériau) werden er ook muziekstukken gecomponeerd (Liszt), toneelstukken geschreven (Slowacki), en nog meer gedichten geschreven (Victor Hugo). Kortom, iedereen was verrukt over het romantische verhaal, de Oekraïense vrijheidsstrijder en zijn wonderlijke tocht over de steppe.
Iedereen, behalve de Russen. Ruslands grootste dichter Alexander Poesjkin (1799-1837) vond er niks aan. In zijn jeugdjaren dweepte Poesjkin nochtans met Byrons spannende leven en zijn meeslepende poëzie. Toch zou Poesjkin vijf jaar later een gedicht schrijven dat de geromantiseerde versie van Byrons ‘Mazepa’ volledig onderuithaalt. Wat veranderde er dan? Terwijl Byron zich aan de kant van de Griekse onafhankelijkheidsstrijders schaarde, rommelde het ook in Rusland. Jonge Russische officieren probeerden na het overlijden van de tsaar in 1825 de macht te grijpen. De nieuwe tsaar drukte de opstand hardhandig de kop in.
Poesjkins riposte uit 1829 moet tegen die achtergrond van repressie gelezen worden. De dichter begint zijn gedicht ‘Poltava’ met de bewering dat Byron de geschiedenis verdraaid heeft. Ik zie Mazepa voor wie hij was, beweert Poesjkin, een wrede lafaard die de tsaar verraden heeft. Ook Oekraïne krijgt een veeg uit de pan in het gedicht: de Oekraïners worden woedende aanhangers van een bloedig verleden genoemd, die van hun leider eisten dat hij de banden met Rusland verbrak. Tegenover de sluwe Mazepa zet Poesjkin de jonge tsaar Peter de Grote, redder van Rusland, die in ‘Poltava’ Mazepa en de Zweedse koning finaal verslaat. Het is een strijd tussen goed en kwaad, orde en chaos, waarbij Oekraïne wordt afgeschilderd als de chaos waarin
Rusland dreigt meegesleurd te worden. Poesjkin besloot zijn gedicht met de vaststelling dat honderd jaar later niemand zich de naam Mazepa herinnert, terwijl Peter de Grote een monument is geworden. Sommigen zien het gedicht als een regelrechte apologie van het Russische imperialisme, anderen lezen erin dat Poesjkin zich na de mislukte opstand finaal had neergelegd bij de historische realiteit van Rusland.
De culturele en historische perceptie van Mazepa legt de grote geopolitieke kloof bloot die al in de 19de eeuw tussen Rusland en West-Europa gaapt. Uit de radicaal verschillende lezingen van die Oekraïense figuur blijkt ook hoe haaks de westerse beeldvorming over het ’Oosten’ staat op de Russische beeldvorming. In de ogen van Byron en zijn westerse tijdgenoten was Mazepa een vrije kozak die je alleen maar kon aanmoedigen in zijn streven naar Oekraïense onafhankelijkheid. In de ogen van Poesjkin was Mazepa een landverrader, die zijn afspraken met de Russische tsaar niet nakwam door met de vijand te heulen. Die mening houdt ook nu nog stand in Rusland: de Russisch-orthodoxe kerk excommuniceerde Mazepa in de 18de eeuw en weigert nog altijd die beslissing in te trekken.
Een tegengestelde beeldvorming over Oekraïne blijkt een pijnlijke constante doorheen de geschiedenis. Nog altijd projecteren wij onze verwachtingen op Oekraïne als een volk dat strijdt voor hun en onze vrijheid, en nog altijd ziet Rusland de Oekraïners als een oorlogszuchtig volk dat heult tegen de Russische macht. Die parallelle beeldvorming, die meer projectie is dan realiteit, gaat ook nog altijd voorbij aan Oekraïne zelf. Dat was toen ook het geval. Niemand had het over Mazepa’s politieke evenwichtskunst in Oekraïne, zijn eruditie en rol als mecenas van de vrije kunsten. Ook nu projecteren we allerlei verwachtingen op Oekraïne, vormt er zich een discours en een tegendiscours, en vergeten we daarbij soms de Oekraiense stem.
Lien Verpoest is hoofddocent Russische en diplomatieke geschiedenis (KU Leuven). Haar column verschijnt tweewekelijks op vrijdag.
De culturele en historische perceptie van Mazepa legt de grote geopolitieke kloof bloot die al in de 19de eeuw tussen Rusland en West-Europa gaapt