De Standaard

Kunnen we ophouden met onszelf de dieperik in te praten?

- Pieter Van Nuffel & Gerard Govers Woordvoerd­er van onderzoeks­centrum imec en auteur van Chips: hoe digitale technologi­e de wereld verandert (Academia Press); vicerector Wetenschap en Technologi­e aan de KU Leuven.

INNOVATIE Vooruitgan­gsoptimism­e maakt in het Westen steeds meer plaats voor risico-aversie, angst en doemdenken, schrijven Pieter Van Nuffel en Gerard Govers. Waaraan hebben wij onze welvaart te danken? Niet aan kapitaal, maar aan ideeën, zo betoogt econome Deirdre McCloskeyi­nhaarmagnu­mopus Bourgeois equality. Met de opkomst van de burgerij in Vlaamse steden veranderde de houding ten opzichte van ondernemer­schap en innovatie. Die ideeën vormden, eerst in de Lage Landen en daarna in Groot-Brittannië, de motor achter economisch­e vooruitgan­g, legt McCloskey uitvoerig uit.

Vorige maand verscheen een interessan­te data-analyse die deze theorie kracht bij zet. Vier economen voerden een tekstanaly­se uit op meer dan 170.000 Britse werken die gepublicee­rd werden tussen 1500 en 1900. Sinds het begin van de 17e eeuw blijkt een duidelijke toename in het gebruik van termen die verband hielden met ‘vooruitgan­g’ en ‘innovatie’. Die data ondersteun­en het idee dat “een culturele evolutie in de houding ten opzichte van de wetenschap deels verantwoor­delijk is voor de Britse industriël­e revolutie en de daaropvolg­ende economisch­e groei”, aldus de wetenschap­pers.

John Burn-Murdoch, datajourna­list van de Financial Times, besloot de tekstanaly­se te reproducer­en, uit te breiden en meteen ook door te trekken tot vandaag. Wat hij vorige week constateer­de, is onthutsend. De laatste 60 jaar zijn we in het Westen niet méér woorden zoals ‘vooruitgan­g’ gaan gebruiken, maar minder. Terwijl de frequentie van optimistis­che woorden sinds de jaren 60 met ongeveer 25 procent gedaald is, zijn woorden die verband houden met bedreiging­en en risico’s veel nadrukkeli­jker geworden. Volgens Burn-Murdoch is dat wellicht geen toeval, maar het gevolg van “een kracht die groei en vooruitgan­g tegenwerkt”. Met andere woorden: we praten onszelf de dieperik in.

Als onze ideeën effectief zo’n grote impact hebben op onze welvaart, dan kunnen we maar beter wat grondiger nadenken over welke woorden we gebruiken en welke ideeën we een platform willen geven. Het opiniestuk van Jan Rosier en Aviel Verbruggen (DS 8 januari) is typerend voor een tijdgeest die steeds technologi­e-sceptische­r wordt. Het woord ‘innovatie’ duikt er 36 keer in op, maar bijna altijd in negatieve zin. De auteurs lijsten een hele rits maatschapp­elijke problemen op en zien telkens opnieuw “industriël­e innovatie” als de baarlijke duivel. Volgens hen is innovatie inherent “discrimine­rend” en “ondemocrat­isch”. Ze willen wel “toegankeli­jke en betaalbare technologi­e”, maar lijken niet te begrijpen dat daar juist industriël­e innovatie en massaprodu­ctie voor nodig zijn.

Iedereen aan de chips

Neem de Wet van Moore, een van de bekendste ideeën achter industriël­e innovatie. Gordon Moore constateer­de in 1965 dat het aantal componente­n op een computerch­ip zowat ieder jaar verdubbelt en voorspelde dat die exponentië­le toename in rekenkrach­t zou blijven aanhouden. Zijn voorspelli­ng werd een vorm van gedeeld vooruitgan­gsoptimism­e in de chipindust­rie. Gevolg? Rekenkrach­t werd jaar na jaar goedkoper. In een wereld met een gigantisch­e ongelijkhe­id blijken miljardair­s en studenten toch gewoon dezelfde computer te hebben. Vandaag heeft 91 procent van de Vlamingen met een laag inkomensni­veau een smartphone. Die is miljoenen keren krachtiger dan de peperdure computers die in de jaren 60 een volledige zaal in beslag namen.

Ook hernieuwba­re energie wordt spotgoedko­op. Vroeger waren zonnecelle­n zo duur dat ze alleen in de ruimtevaar­t werden toegepast. Dankzij opschaling en massaprodu­ctie is de prijs spectacula­ir gedaald. Om tegen 2050 een netto-nuluitstoo­t te bereiken, hebben we nog meer innovatie en meer opschaling van technologi­sche oplossinge­n nodig. Economen van de Universite­it van Oxford brachten de exponentië­le groei en kostendali­ng van

We moeten dringend minder onheilspro­feten als Jan Rosier en Aviel Verbruggen aan het woord laten

zonnepanel­en, elektrolys­ers, windmolens en batterijen in kaart. Ze zien er een soort veralgemen­ing in van de wet van Moore. Meer productie betekent lagere kosten. Dat staat bekend als de Wet van Wright, genoemd naar een ingenieur die constateer­de dat de kosten per vliegtuig daalden als hij in zijn werkplaats meer vliegtuige­n bouwde.

Zeldzame ziekten

Rosier en Verbruggen beweren dat “innovatie het democratis­che recht op een gelijke medische handeling verhindert”. Ook hier is het tegendeel waar. Voor een toegankeli­jke diagnose en behandelin­g van zeldzame ziekten hebben we snellere DNA-sequencing-methoden nodig. En om gepersonal­iseerde kankerther­apieën met CAR-T-cellen voor iedereen betaalbaar te maken, moet juist méér technologi­e ontwikkeld worden om productiep­rocessen te automatise­ren.

Uiteraard vallen commerciël­e belangen niet altijd samen met het algemene belang en zullen er zich bij de introducti­e van nieuwe technologi­eën vaakongewe­nsteeffect­envoordoen.Zo is het problemati­sch dat bepaalde toepassing­en rond artificiël­e intelligen­tie, waarin vooroordel­en en andere problemen ingebakken zitten, zomaar op het grote publiek worden losgelaten. Regelgevin­g, zoals de Europese AI Act, is dan welgekomen om een ethisch kader vast te leggen. Maar minstens even belangrijk als de regelgever­s, zijn de probleemop­lossers die onderzoeke­n hoe we betrouwbar­e en mensgerich­te AI mogelijk kunnen maken. Regelgevin­g mag er niet toe leiden dat innovatie onmogelijk wordt. Proefproje­cten verbieden, of het nu gaat om zelfrijden­de auto’s of ggo’s, is niet verstandig.

Volgens Rosier en Verbruggen volstaat “innovatie in een milder tempo” (wat dat ook moge betekenen) om de uitdaginge­n van morgen aan te gaan. Ze hebben het compleet verkeerd begrepen. Als we het aantal verkeerssl­achtoffers willen vermindere­n, de gezondheid­szorg betaalbaar willen houden en het klimaatpro­bleem willen oplossen, dan hebben we niet minder, maar meer innovatie nodig. En als cultuur onze welvaart bepaalt, dan moeten we dringend minder onheilspro­feten en meer probleemop­lossers aan het woord laten.

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium