Ondanks sabotage krijgt Guatemala toch zijn progressieve president
Als alles goed gaat, legt Bernardo Arévalo (65) zondag de eed af als president van Guatemala. Áls, want ’s lands notoir corrupte establishment bewoog de voorbije maanden hemel en aarde om de progressieve Arévalo van de macht te weren.
Vier maanden lang moest Bernardo Arévalo (65) opboksen tegen pogingen van het Guatemalteekse gerecht om zijn verkiezing, op 20 augustus vorig jaar, ongeldig te verklaren. Gesteund door inheemsen en stedelijke jongeren hield de diplomaat en socioloog echter stand en wil hij nu schoon schip maken.
Toen het grondwettelijk hof op 14 december oordeelde dat het parket zijn strijd tegen Arévalo moest staken en het Congres “de investituur van de verkozen president moest waarborgen”, ging er een zucht van verlichting door Arévalo’s partij Movimiento Semilla (“Beweging Zaad”). Toch blijft de sfeer geladen, en zullen veel Guatemalteken er pas gerust op zijn als de eedaflegging, zondag, achter de rug is.
Ballingschap en coup
Dat de verwachtingen gespannen zijn, is dan ook een understatement. Niet alleen slaagde outsider Arévalo erin om haast vanuit het niets, en zonder middelen, de presidentsverkiezingen te winnen. Door zijn verzet tegen de actieve sabotage van met name procureur-generaal María Consuelo Porras groeide Arévalo, de zoon van de eerste democratisch verkozen president van Guatemala, Juan José Arévalo Bermejo (19451951), uit tot een boegbeeld van democratische strijd.
Dat hij zich staande hield, heeft de socioloog, diplomaat en auteur niet alleen te danken aan zichzelf en aan zijn belofte om korte metten te maken met de endemische corruptie van Guatemala’s sociaal-economische en politieke elites. “Tío Bernie” – zoals zijn aanhangers hem noemen met een knipoog naar de linkse VS-politicus Bernie Sanders – kreeg ook forse steun van de straat, met name van stedelijke jongeren, inheemsen en mensenrechtenverenigingen.
Ook de internationale gemeenschap, aangevoerd door de Amerikaanse regering van Joe Biden, oefende druk uit. In de vroege jaren 50 moest Arévalo’s vader nog in ballingschap na een coup die de Amerikaanse inlichtingendienst CIA mee had georkestreerd. Vandaag heeft Washington aan 300 Guatemalteken een inreisverbod opgelegd, onder wie honderd parlementsleden. Procureur-generaal Porras staat samen met 53 landgenoten op een lijst waarop de Amerikaanse autoriteiten de namen van corrupte hoge ambtenaren bijhouden.
Ook de Europese Unie liet zich niet onbetuigd. Hoog vertegenwoordiger voor buitenlands beleid Josep Borrell sprak van “ongefundeerde aantijgingen van kiesfraude door de rechterlijke macht” en bestempelde die als een “poging tot staatsgreep”.
De bitterheid waarmee de autoriteiten zich in Arévalo vastbeten, komt niet uit de lucht vallen. Onder aftredend president Ale
Arévalo heeft de steun van stedelijke jongeren, inheemsen en mensenrechtenverenigingen
jandro Giammattei, van de centrumrechtse partij Vamos, zakte Guatemala af naar de 150ste plaats op de corruptie-index van Transparency International, ’s lands slechtste cijfer ooit. Giammattei had zichzelf dan wel op een anticorruptieplatform laten verkiezen, toen puntje bij paaltje kwam, maakte hij het even bont als zijn beruchte voorgangers Jimmy Morales en Otto Pérez Molina.
Giammattei weigerde bijvoorbeeld om de Internationale Commissie tegen Straffeloosheid in Guatemala (CICG) weer op de rails te zetten, een VN-instelling die tientallen misdaadstructuren blootlegde. In de aanloop naar de jongste presidentsverkiezingen werden magistraten in buitenlandse ballingschap gedwongen, kregen journalisten en mensenrechtenverdedigers met intimidatie te maken en werden regeringskritische kandidaten via juridisch spuug- en plakwerk uit de race geschopt.
Ondervoede kinderen
Ook sociaal-economisch is het slecht gesteld met Guatemala. Zowat 60 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens, meer dan een kwart van de 18 miljoen inwoners lijdt aan voedselonzekerheid en Oxfam berekende dat bijna de helft van de kinderen tot vijf jaar oud ondervoed is. Ook de klimaat- en migratiecrisis en het drugs- en bendegeweld spelen het Centraal-Amerikaanse land parten.
Voor Arévalo en het team van jonge professionals waarmee hij maandag aan de slag gaat, worden het allesbehalve wittebroodsweken. Daar komt nog bij dat Movimiento Semilla in het Congres hooguit 23 zetels heeft op 160, en dat het daardoor op zware compromissen zal zijn aangewezen.
Ook procureur Porras belooft een luis in de pels te worden: haar mandaat duurt in principe tot 2026 en ze lijkt hoegenaamd niet van plan Arévalo een cadeau te gunnen in zijn strijd tegen de corruptie.