Beter bellen en slim naar de solden
Winwin
Elke weekdag tussen 9 en 10 uur op Radio 2, ook te beluisteren via VRT Max
★★★★⭐
Slechte mobiele ontvangst. De winterkoopjes. Medische fouten. Erfenissen. De onderwerpen van het nieuwe consumentenprogramma op Radio 2, Winwin, sloegen heel wat richtingen in. Er is natuurlijk ook een eindeloos reservoir van praktische zaken waarover luisteraars vragen hebben, zeker als je het hun zelf vraagt.
Winwin is de opvolger van De inspecteur. Dat programma werd in augustus geschrapt nadat het schandaal rond presentator Sven Pichal was uitgebroken. Die was in de cel beland in het kader van een onderzoek naar beelden van seksueel misbruik van kinderen. De VRT vindt consumenteninformatie belangrijk, en besliste om het met een nieuw programma over een andere boeg te gooien. Winwin moet meer worden dan een radioprogramma – de informatie wordt ook uitgespeeld op de website VRT Nws, en zo mogelijk ook via andere kanalen. Bovendien staat de presentator er niet alleen voor: er is een breed team van VRT-deskundigen met specifieke expertise samengesteld dat op tijd en stond zijn opwachting maakt in het programma.
Met ex-nieuwsanker Xavier Taveirne als presentator is Winwin in goede handen. Hij slaagt erin om de nodige sérieux te combineren met empathie en nieuwsgierigheid. Ook een kwinkslag op zijn tijd – het is tenslotte Radio 2 – gaat hem goed af. Of het specialistenteam een grote meerwaarde is, zal nog moeten blijken. In de eerste week geven budgetspecialiste Kristel Verbeke en financieel journalist Michaël Van Droogenbroeck tips over respectievelijk de koopjes (”Bedenk wat je echt nodig hebt, en houd je aan je budget”) en het erfrecht (“Nee, een kind onterven kan niet”). Maar ook zonder hulp van het specialistenteam lukt het Taveirne uitstekend om onderwerpen aan te pakken en uit te diepen. In de andere afleveringen kwamen alleen deskundigen uit de sector zelf aan het woord. Dat was zeker zo duidelijk. De vragen en antwoorden waren meer to the point.
De hamvraag is natuurlijk: heb je hier iets aan als consument? Wat de eerste uitzending betreft, luidt het antwoord volmondig “ja”. Taveirne kwam erachter dat er een simpel trucje bestaat om een slechte gsm-ontvangst binnenshuis te verhelpen: op je toestel de mogelijkheid “bellen via wifi” aanschakelen. Weinig mensen gebruiken die mogelijkheid, stelde een telecomspecialist vast. Omdat het onderwerp dankzij de ombudsman voor de telecomsector in de actualiteit zat, leverde het Taveirne meteen een gastrol op in Het journaal. Zo was hij drie dagen na zijn afscheid van de televisie alweer terug op het kleine scherm.
Met Xavier Taveirne is Winwin in goede handen. Hij combineert de nodige sérieux met empathie en nieuwsgierigheid
foto van Maloljetka in scene was gezet: de bloedende patiënten zouden acteurs zijn. Het was tijd dat de journalisten vertrokken, vooraleer de Russische soldaten het net rond het ziekenhuis zouden dichttrekken.
“We wisten dat we een doelwit waren. Iedereen met een camera was een doelwit. De Litouwse filmmaker Mantas Kudrevičius, die ook in Marioepol was gebleven, die wel had gefilmd maar niks had doorgestuurd, werd aan een checkpoint geëxecuteerd. Dat had ons ook kunnen overkomen. Je moet zelfs geen bekende naam hebben. Je bent een doelwit omdat je een getuige bent, je camera bevat bewijzen. Daar houden de Russen niet van. Het komt steeds vaker voor dat journalisten mishandeld of gedood worden. Ik doe negen jaar aan oorlogsjournalistiek. Ik zie de trend.”
Bidden bij het checkpoint
De teamleden bespraken hoe het verder moest: blijven of vertrekken. Even overwogen ze om zich terug te trekken in Azovstal, maar achteraf gezien was het goed dat ze die optie hebben verworpen. De strijd om de staalfabriek, waar het Azov-bataljon zich had verschanst, was verschrikkelijk. Tsjernov zat op een berg materiaal dat nog nergens was getoond en wist niet hoe hij alles veilig uit de belegerde stad kon smokkelen. “Toen de politieman voorstelde dat hij ons zou wegbrengen, samen met z’n familie, zijn we op zijn voorstel ingegaan. Het was de enige optie om onszelf en het materiaal te redden.”
Op 15 maart stapte het team in een auto, die zich bij de lange colonne voegde van 30.000 mensen die de stad verlieten. Ze waren met zovelen dat de Russen niet de moeite namen om elke auto te controleren. Bij elk van de vijftien
Russische checkpoints begon de moeder van de agent, die vooraan zat, te bidden. Bij de zestiende controlepost spraken de soldaten Oekraïens. De journalisten waren in veilig gebied.
Tijdens de montage werd beslist om het verhaal te beperken tot de eerste twintig dagen van de bezetting. “We wilden dat het publiek samen met ons in de val zat, en voelde hoe de veilige zone steeds kleiner werd en de strop rond onze nek werd aangetrokken. Het is een harde film.”
Geknakte levens
Het zijn niet de raketaanvallen op een flatgebouw of de gewonde slachtoffers die de film hard maken. Tsjernov toont geen gruwelbeelden, daarvoor heeft hij te veel respect voor de slachtoffers. De documentaire doet pijn omdat ze registreert – niet meer dan dat – hoeveel leed, verdriet en angst zo’n oorlog veroorzaakt. Ze toont onbarmhartig hoe levens geknakt worden, hoe zekerheden wegvallen en de dagen alleen in het teken van het overleven staan. Een jongen wiens vrienden zonet door een aanval zijn gedood, een kind dat in de schuilkelder zegt dat het niet wil sterven, een jongen die tussen het puin zijn moeder niet vindt. Dat is oorlog. De beelden uit Marioepol kunnen uit veel steden in Oekraïne komen. Ze kunnen zelfs uit Gaza, Israël, Jemen of Sudan komen. Dat is wat een oorlog met mensen doet.
“Het eindigt slecht. De film heeft geen Hollywood-einde. En toch zie ik hoop. De mensen lijden niet alleen, ze worden altijd bijgestaan en gesteund. Er is altijd iemand die troost, vastpakt, luistert. In de moeilijkste momenten van ons verblijf kregen we hulp van mensen die we niet kenden: dokters, vrijwilligers, buren. Sommigen hebben hun leven voor ons geriskeerd. Na zo’n ervaring kun je niet stoppen als journalist.”
“Sommigen vragen mij waarom ik mijn leven riskeer voor iets dat uiteindelijk niet meer zal bestaan. Ik heb onlangs een verhaal gemaakt over een klein dorp aan de frontlijn. Daar is maanden gevochten voor een twee kilometer brede strook bos en een straat. Toen het dorp uiteindelijk werd bevrijd, was er niks meer om te bevrijden. Alleen puin. Er was zelfs geen goede plek om de vlag te planten. Het lijkt een strijd voor niks, alleen voor symbolen. Maar zo ervaren de soldaten dat niet, zo voelen de inwoners van Marioepol dat niet. Het is voor burgers een verschrikking hun huis te verliezen en niet te weten waarom. Het is ook verschrikkelijk om te beseffen dat niemand op de hoogte is van jouw lijden. Het is alsof je, in een wereld die alles vergeten is, alleen staat met je pijn. Daarom is het belangrijk dat we deze documentaires blijven maken, voor de geschiedenis, voor de volgende generaties, voor de slachtoffers. Zodat hun lijden en pijn niet worden vergeten.” 20 days in Mariupol
Zondag 14 januari om 20.10 uur op Canvas en op VRT Max.
Een dokter roept tegen de videomaker: “Film dit! De wereld moet zien dat die klootzakken onze baby’s vermoorden”