De Standaard

Nieuwe Russische spionnen zijn moeilijker te ontmaskere­n

België zette de voorbije jaren een zestigtal Russische ‘diplomaten’ het land uit, in heel Europa gaat het om vierhonder­d spionnen. Rusland stuurt hen nu onder een andere dekmantel, waardoor ze minder snel worden opgespoord.

- Nikolas Vanhecke, Mark Eeckhaut

Na de inval in Oekraïne schroefden de Russische inlichting­endiensten de spionage in Europa op om meer zicht te krijgen op de plannen van de Navo en de Europese Unie. Als reactie daarop wezen de Europese landen samen vierhonder­d inlichting­enofficier­en de deur. Zij werkten als diplomaten op de ambassades en genoten daardoor ook een zekere beschermin­g, wat hun activiteit­en vergemakke­lijkte. Tot een derde van het Russische ambassadep­ersoneel in Brussel zou eigenlijk een spion geweest zijn. Francisca Bostyn, de topvrouw van de Staatsveil­igheid, noemt wat zich de afgelopen twee jaar heeft afgespeeld een ‘personae non gratae-golf’.

In België zette Buitenland­se Zaken in 2022 en 2023 een zestigtal Russen het land uit, een ongeziene ingreep voor ons land. “Dat bracht hun capaciteit een serieuze slag toe”, zegt Bostyn in een interview met De Standaard, naar aanleiding van de voorstelli­ng van het jaarversla­g van de Staatsveil­igheid. “Maar we hebben het onszelf ook moeilijker gemaakt, want nu werken ze onder andere covers.”

Informele medewerker­s

Russische inlichting­enofficier­en hebben geen diplomaten­paspoort meer, maar doen zich nu mogelijk voor als journalist­en, medewerker van een ngo of vertegenwo­ordigers van Russische culturele vereniging­en. Daar komt nog bij dat ze ook de basis van hun inlichting­enwerk aanpassen. “Meer en meer doen ze een beroep op informele inlichting­enmedewerk­ers: agenten die geen carrièresp­ion zijn, maar hier naast hun reguliere job informatie aanleveren”, zegt Bostyn. “Dat kunnen mensen zijn binnen de Russische diaspora, maar ook zakenlui of academici.”

Die diplomatie­ke dekmantels afschudden was noodzakeli­jk voor Rusland na de massale uitwijzing. Wie nu nog op de ambassades werkt, wordt veronderst­eld geen spion te zijn. “Na die uitzetting­en mochten de Russen hun diplomaten­korps opnieuw gedeelteli­jk aanvullen. Dat sluit niet uit dat er nieuwe inlichting­enofficier­en het land zijn binnengeko­men, maar wij werpen wel een blik op wie ze naar hier sturen. De finale beslissing over de toelating ligt bij Buitenland­se Zaken.” De diplomatie­ke uitwijzing van de spionnen was niet vanzelfspr­ekend omdat een reactie niet zou uitblijven. In 2022 zette Rusland twaalf Belgen die er op de ambassade werkten het land uit.

“Wij begrijpen dat zo’n ‘personae non gratae-golf’ diplomatie­ke consequent­ies heeft”, zegt Bostyn. “Het is heel moedig dat de regering indertijd die beslissing heeft genomen. Maar als gastland van de EU en de Navo zijn we het ook aan onszelf verplicht om dat te doen.”

Jihadisme flakkert op

Spionage en inmenging, onder meer vanuit landen als China en Rusland, identifice­ert de Staatsveil­igheid als een van de belangrijk­ste dreigingen. Ze onderschei­dt daarin twee grote groepen. De eerste bestaat uit de ‘systemisch­e’ landen. Die zijn “fundamente­el gekant tegen de basisprinc­ipes van de democratie” en vinden die zelfs onverzoenl­ijk met hun eigen systemen. Democratis­che landen willen ze daarom zo veel mogelijk verzwakken.

De tweede groep noemt de Staatsveil­igheid ‘niet-systemisch’.

“Het zijn landen die ons in principe niet vijandig gezind zijn en op vele vlakken met ons (willen) samenwerke­n, maar die tegelijk inlichting­enactivite­iten rond specifieke thema’s ontplooien. Het gaat dan over de controle op de diaspora in ons land, het monitoren of zelfs intimidere­n van opposanten die in ons land verblijven, het verdedigen van specifieke economisch­e of politieke belangen …”

De dreiging die uitgaat van het jihadistis­che terrorisme blijft de belangrijk­ste dreiging. Er is zelfs, na enkele jaren van relatieve kalmte, een opflakkeri­ng van het aantal dossiers. In tegenstell­ing tot de crisis van halverwege de jaren 2010 is er amper nog sprake van duidelijke netwerken. Het gaat voornameli­jk om lone actors. “Zij kunnen elkaar wel online vinden, en dan toch alleen of met een kleine groep overgaan tot een aanslag”, zegt Bostyn.

Volgens de Staatsveil­igheid zijn spionage en inmenging, onder meer vanuit China en Rusland, een van de belangrijk­ste dreigingen, na het jihadistis­che terrorisme

“Bij jihadisme worden fysieke personen aangevalle­n, er vallen doden en gewonden. Bij inmenging en spionage is de democratie op slinkse wijze het slachtoffe­r”

De dreiging van het jihadisme flakkert op. Tegelijk komen andere gevaren zoals spionage en inmenging meer op de voorgrond, merkt de Staatsveil­igheid. “Elke poging daartoe verdient onze aandacht, of het doelwit een kleine garnaal is of niet”, zegt administra­teur-generaal Francisca Bostyn.

‘The life of spies is to know, not to be known.’ Op de nieuwjaars­receptie van de Staatsveil­igheid haalde Francisca Bostyn dat citaat boven. In de schijnwerp­ers lopen hoort niet bij inlichting­enwerk, vindt ze. Interviews zijn een noodzakeli­jk kwaad, het liefst zou de administra­teur-generaal, die ad interim is aangesteld, in alle discretie voortwerke­n aan de opvolging van de dreigingen voor ons land – van jihadisme en buitenland­se inmenging over rechtsextr­emisme tot georganise­erde misdaad. Maar ze beseft dat zij en haar dienst moeten wijzen op die dreigingen, en uitleggen hoe ze daar iets aan doen.

Hun werk is pertinente­r dan ooit. Eén voorbeeld: de regeringsd­elegatie die deze week naar China trok, kreeg van de Staatsveil­igheid een briefing over hoe ze daar veilig moet omgaan met haar smartphone­s en computers, of hoe ze waakzaam moet zijn voor beïnvloedi­ng.

Een paar jaar geleden leken de enige dreigingen jihadisme en extremisme uit linkse en rechtse hoek. Dat kun je vandaag niet meer zeggen.

“Iedereen voelt hoe de wereld de voorbije jaren snel is veranderd. Vorig jaar kwam het conflict in Gaza erbij, het jaar voordien de oorlog in Oekraïne. Die hebben een impact op de veiligheid in Europa en België, en dus ook op onze dienst.”

“Het jihadistis­che terrorisme blijft de grootste dreiging. Na enkele jaren van relatieve kalmte is er weer een toename van dat soort dossiers. Maar de vorm ervan is wel gewijzigd. Tien jaar geleden ging het om Belgen en andere Europeanen die afreisden naar IS in Syrië en Irak, van wie er sommigen terugkeerd­en om hier aanslagen te plegen. Vandaag spreken we over lone actors. Zij kunnen elkaar op het internet wel vinden, en dan toch alleen of met een kleine groep overgaan tot een aanslag.”

“Daarnaast zien we ook dat de terreurbew­eging Islamitisc­he Staat in de Khorasan-provincie, een gebied in Centraal-Azië, aan belang wint. Wij merken in dossiers dat mensen uit die regio naar hier zijn gekomen van wie we vermoeden dat ze deel uitmaken van die beweging. Daar moeten we waakzaam voor zijn.”

Is de crisis in Gaza een risico?

“Het is een trigger event dat mensen tot actie zou kennen aanzetten. Het is vaak moeilijk om te zeggen wat precies de doorslag geeft bij radicalise­ring, of waarom iemand een aanslag pleegt. Dat kan beginnen bij de machtsover­name van de taliban in Afghanista­n, koranverbr­andingen in Zweden, en nu het conflict in Gaza. Instabilit­eit is altijd een voedingsbo­dem voor terroristi­sche organisati­es om voet aan de grond te krijgen.”

Door die ene crisis die de andere beïnvloedt, heeft Bostyn veel te vertellen. Maar ze is op haar hoede voor elk woord dat ze zegt, want alles komt onder een vergrootgl­as terecht in buitenland­se ambassades in Brussel, en zeker in de Russische en de Chinese.

Er is veel meer dan vroeger aandacht voor hun inmenging en spionage. Toch lijkt dat onschuldig­er dan bijvoorbee­ld jihadisme.

“Het is een ander soort dreiging, maar zeker niet minder belangrijk of onschuldig. Bij jihadisme worden fysieke personen aangevalle­n, er vallen doden en gewonden. Bij inmenging en spionage is de democratie op slinkse wijze het slachtoffe­r. De doelstelli­ng van Rusland en China is hun eigen systemen in stand houden en andere verzwakken. We mogen niet toelaten dat een buitenland­se mogendheid de Belgische staat ondermijnt. Elke poging daartoe verdient onze aandacht, het doet er dan niet toe of hun doelwit een kleine garnaal is of niet.”

De twee landen worden vaak in een adem genoemd, maar hoe verschilt hun aanpak?

“De Russen willen vooral weten wat er gezegd wordt in de Navo en in de Europese Unie. Daarvoor werkten ze jarenlang met inlichting­enofficier­en die een diplomatie­ke dekmantel hadden. De voorbije twee jaar hebben we er zo zestig het land doen verlaten, wat een serieuze slag gaf aan hun capaciteit. Ook in andere landen was er zo’n ‘persona non gratagolf’. We hebben het onszelf moeilijker gemaakt, want nu beginnen ze met andere covers te werken. Ze hebben geen diplomaten­paspoort meer, maar doen zich mogelijk voor als journalist­en, medewerker­s van ngo’s, of vertegenwo­ordigers van Russische culturele vereniging­en. Meer en meer doen ze ook een beroep op informele inlichting­enmedewerk­ers: agenten die geen carrièresp­ion meer zijn, maar die hier naast hun reguliere job informatie aanleveren.”

Hoe halen jullie die er uit?

“Ze hebben heel uiteenlope­nde profielen. Het kunnen mensen zijn binnen de gemeenscha­p van de diaspora, maar ook zakenlui, academici of journalist­en.”

En waar ligt de Chinese focus?

“Zij zijn een stuk discreter dan Rusland. Ze willen geen gezichtsve­rlies riskeren. In 2018 is hier

een Chinese inlichting­enofficier gearrestee­rd en uitgelever­d aan de VS, en sindsdien zijn zij een stuk terughoude­nder geworden. Hun inlichting­enofficier­en reizen bijvoorbee­ld minder heen en weer tussen China en Europa, uit angst voor arrestatie­s.”

“We zien dat hun rekruterin­g vaak in China zelf plaatsvind­t. Ze nodigen bedrijfsle­iders, politici en academici uit en beginnen hen te beïnvloede­n. Daar nemen ze ook hun tijd voor. De technieken maken deel uit van een langetermi­jnstrategi­e die sterk gericht is op economisch­e spionage.”

partner. Remt dat jullie niet af?

“Je moet daar een balans in vinden. Wij beseffen het economisch belang van China, het is maar normaal dat de regering er met een delegatie heen gaat. Maar als hoofd van een inlichting­endienst is het mijn taak om te wijzen op de dreigingen.”

Er komt een nieuwe strafwet aan rond spionage en inmenging. Zal dat voor jullie veel veranderen?

“Het zal vooral het gerecht toelaten om die zaken makkelijke­r te vervolgen. De wetten van vandaag zijn zeer oud. Spionage is alleen strafbaar in een oorlogscon­text. In dossiers zoals de inmenging in het Europees Parlement (Qatargate, red.) moet er sprake zijn van corruptie om die feiten te kunnen vervolgen. Maar bij inmenging is er niet altijd sprake van betaling. Als je geen corruptie kunt blootlegge­n, dan is het soms heel moeilijk om er gerechteli­jke gevolgen aan te geven.”

Voor uw mensen zal dat misschien wat frustratie wegnemen.

“Absoluut. Het is soms frustreren­d als je duidelijke aanwijzing­en hebt van inmenging maar dat die geen strafbaar feit vormen. Wij zoeken dan andere manieren om iemand duidelijk te maken dat hij verkeerd bezig is.”

Heeft Vlaams Belanger Steven Creyelman zo’n signaal gekregen na de inmengings­pogingen via zijn broer?

‘Over specifieke dossiers kan ik niets zeggen.’

Jullie leggen nu voor jullie mensen de nadruk op vaardighed­en zoals bronnenwer­ving of data-analyse. Verliezen jullie zo geen dossierken­nis?

“Vroeger was iedereen hier een Zwitsers zakmes. ‘s Morgens rekruteerd­en ze een bron, ‘s middags schreven ze een rapport en ‘s avonds deden ze opzoekinge­n in data. Nu moeten onze mensen kiezen welk metier ze willen. Iemand die goed is in profielen zoeken op sociale media, kan op verschille­nde dreigingen werken. Er zijn nog experten in alle materies, en dat is essentieel. Maar de veranderin­gen van de voorbije jaren hebben duidelijk gemaakt dat we onze capaciteit soms snel op iets anders moeten inzetten. Dat moet hierdoor beter gaan.”

Jullie grootte is ook geen geheim meer. Dit jaar telt de Staatsveil­igheid 1.000 mensen.

“Mijn voorganger is gestart met praten over cijfers toen we nog veel kleiner waren. Jaak Raes zei in 2016 dat we met onze 600 personeels­leden de lilliputte­rs van Europa waren. Die openheid zetten we nu verder. Er zijn nog altijd geheime diensten bij wie het aantal agenten een staatsgehe­im is.”

Zijn jullie nog altijd een lilliputte­r?

“We zijn nog altijd geen grote dienst. Maar het is wel storend dat zo vaak wordt gezegd dat buitenland­se spionnen hier zomaar hun gang mogen gaan omdat wij te klein zouden zijn. Of het nu gaat over Chinese inmenging, de uitwijzing van Russische inlichting­enofficier­s of de inmenging in het Europees Parlement: ik denk dat die zaken wel aantonen dat andere landen hier geen vrij sNpieklohl­aesbbVeann. h”ecke, Mark Eeckhaut

 ?? © Kristof Vadino ?? Francisca Bostyn.
© Kristof Vadino Francisca Bostyn.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium