Nieuwe Russische spionnen zijn moeilijker te ontmaskeren
België zette de voorbije jaren een zestigtal Russische ‘diplomaten’ het land uit, in heel Europa gaat het om vierhonderd spionnen. Rusland stuurt hen nu onder een andere dekmantel, waardoor ze minder snel worden opgespoord.
Na de inval in Oekraïne schroefden de Russische inlichtingendiensten de spionage in Europa op om meer zicht te krijgen op de plannen van de Navo en de Europese Unie. Als reactie daarop wezen de Europese landen samen vierhonderd inlichtingenofficieren de deur. Zij werkten als diplomaten op de ambassades en genoten daardoor ook een zekere bescherming, wat hun activiteiten vergemakkelijkte. Tot een derde van het Russische ambassadepersoneel in Brussel zou eigenlijk een spion geweest zijn. Francisca Bostyn, de topvrouw van de Staatsveiligheid, noemt wat zich de afgelopen twee jaar heeft afgespeeld een ‘personae non gratae-golf’.
In België zette Buitenlandse Zaken in 2022 en 2023 een zestigtal Russen het land uit, een ongeziene ingreep voor ons land. “Dat bracht hun capaciteit een serieuze slag toe”, zegt Bostyn in een interview met De Standaard, naar aanleiding van de voorstelling van het jaarverslag van de Staatsveiligheid. “Maar we hebben het onszelf ook moeilijker gemaakt, want nu werken ze onder andere covers.”
Informele medewerkers
Russische inlichtingenofficieren hebben geen diplomatenpaspoort meer, maar doen zich nu mogelijk voor als journalisten, medewerker van een ngo of vertegenwoordigers van Russische culturele verenigingen. Daar komt nog bij dat ze ook de basis van hun inlichtingenwerk aanpassen. “Meer en meer doen ze een beroep op informele inlichtingenmedewerkers: agenten die geen carrièrespion zijn, maar hier naast hun reguliere job informatie aanleveren”, zegt Bostyn. “Dat kunnen mensen zijn binnen de Russische diaspora, maar ook zakenlui of academici.”
Die diplomatieke dekmantels afschudden was noodzakelijk voor Rusland na de massale uitwijzing. Wie nu nog op de ambassades werkt, wordt verondersteld geen spion te zijn. “Na die uitzettingen mochten de Russen hun diplomatenkorps opnieuw gedeeltelijk aanvullen. Dat sluit niet uit dat er nieuwe inlichtingenofficieren het land zijn binnengekomen, maar wij werpen wel een blik op wie ze naar hier sturen. De finale beslissing over de toelating ligt bij Buitenlandse Zaken.” De diplomatieke uitwijzing van de spionnen was niet vanzelfsprekend omdat een reactie niet zou uitblijven. In 2022 zette Rusland twaalf Belgen die er op de ambassade werkten het land uit.
“Wij begrijpen dat zo’n ‘personae non gratae-golf’ diplomatieke consequenties heeft”, zegt Bostyn. “Het is heel moedig dat de regering indertijd die beslissing heeft genomen. Maar als gastland van de EU en de Navo zijn we het ook aan onszelf verplicht om dat te doen.”
Jihadisme flakkert op
Spionage en inmenging, onder meer vanuit landen als China en Rusland, identificeert de Staatsveiligheid als een van de belangrijkste dreigingen. Ze onderscheidt daarin twee grote groepen. De eerste bestaat uit de ‘systemische’ landen. Die zijn “fundamenteel gekant tegen de basisprincipes van de democratie” en vinden die zelfs onverzoenlijk met hun eigen systemen. Democratische landen willen ze daarom zo veel mogelijk verzwakken.
De tweede groep noemt de Staatsveiligheid ‘niet-systemisch’.
“Het zijn landen die ons in principe niet vijandig gezind zijn en op vele vlakken met ons (willen) samenwerken, maar die tegelijk inlichtingenactiviteiten rond specifieke thema’s ontplooien. Het gaat dan over de controle op de diaspora in ons land, het monitoren of zelfs intimideren van opposanten die in ons land verblijven, het verdedigen van specifieke economische of politieke belangen …”
De dreiging die uitgaat van het jihadistische terrorisme blijft de belangrijkste dreiging. Er is zelfs, na enkele jaren van relatieve kalmte, een opflakkering van het aantal dossiers. In tegenstelling tot de crisis van halverwege de jaren 2010 is er amper nog sprake van duidelijke netwerken. Het gaat voornamelijk om lone actors. “Zij kunnen elkaar wel online vinden, en dan toch alleen of met een kleine groep overgaan tot een aanslag”, zegt Bostyn.
Volgens de Staatsveiligheid zijn spionage en inmenging, onder meer vanuit China en Rusland, een van de belangrijkste dreigingen, na het jihadistische terrorisme
“Bij jihadisme worden fysieke personen aangevallen, er vallen doden en gewonden. Bij inmenging en spionage is de democratie op slinkse wijze het slachtoffer”
De dreiging van het jihadisme flakkert op. Tegelijk komen andere gevaren zoals spionage en inmenging meer op de voorgrond, merkt de Staatsveiligheid. “Elke poging daartoe verdient onze aandacht, of het doelwit een kleine garnaal is of niet”, zegt administrateur-generaal Francisca Bostyn.
‘The life of spies is to know, not to be known.’ Op de nieuwjaarsreceptie van de Staatsveiligheid haalde Francisca Bostyn dat citaat boven. In de schijnwerpers lopen hoort niet bij inlichtingenwerk, vindt ze. Interviews zijn een noodzakelijk kwaad, het liefst zou de administrateur-generaal, die ad interim is aangesteld, in alle discretie voortwerken aan de opvolging van de dreigingen voor ons land – van jihadisme en buitenlandse inmenging over rechtsextremisme tot georganiseerde misdaad. Maar ze beseft dat zij en haar dienst moeten wijzen op die dreigingen, en uitleggen hoe ze daar iets aan doen.
Hun werk is pertinenter dan ooit. Eén voorbeeld: de regeringsdelegatie die deze week naar China trok, kreeg van de Staatsveiligheid een briefing over hoe ze daar veilig moet omgaan met haar smartphones en computers, of hoe ze waakzaam moet zijn voor beïnvloeding.
Een paar jaar geleden leken de enige dreigingen jihadisme en extremisme uit linkse en rechtse hoek. Dat kun je vandaag niet meer zeggen.
“Iedereen voelt hoe de wereld de voorbije jaren snel is veranderd. Vorig jaar kwam het conflict in Gaza erbij, het jaar voordien de oorlog in Oekraïne. Die hebben een impact op de veiligheid in Europa en België, en dus ook op onze dienst.”
“Het jihadistische terrorisme blijft de grootste dreiging. Na enkele jaren van relatieve kalmte is er weer een toename van dat soort dossiers. Maar de vorm ervan is wel gewijzigd. Tien jaar geleden ging het om Belgen en andere Europeanen die afreisden naar IS in Syrië en Irak, van wie er sommigen terugkeerden om hier aanslagen te plegen. Vandaag spreken we over lone actors. Zij kunnen elkaar op het internet wel vinden, en dan toch alleen of met een kleine groep overgaan tot een aanslag.”
“Daarnaast zien we ook dat de terreurbeweging Islamitische Staat in de Khorasan-provincie, een gebied in Centraal-Azië, aan belang wint. Wij merken in dossiers dat mensen uit die regio naar hier zijn gekomen van wie we vermoeden dat ze deel uitmaken van die beweging. Daar moeten we waakzaam voor zijn.”
Is de crisis in Gaza een risico?
“Het is een trigger event dat mensen tot actie zou kennen aanzetten. Het is vaak moeilijk om te zeggen wat precies de doorslag geeft bij radicalisering, of waarom iemand een aanslag pleegt. Dat kan beginnen bij de machtsovername van de taliban in Afghanistan, koranverbrandingen in Zweden, en nu het conflict in Gaza. Instabiliteit is altijd een voedingsbodem voor terroristische organisaties om voet aan de grond te krijgen.”
Door die ene crisis die de andere beïnvloedt, heeft Bostyn veel te vertellen. Maar ze is op haar hoede voor elk woord dat ze zegt, want alles komt onder een vergrootglas terecht in buitenlandse ambassades in Brussel, en zeker in de Russische en de Chinese.
Er is veel meer dan vroeger aandacht voor hun inmenging en spionage. Toch lijkt dat onschuldiger dan bijvoorbeeld jihadisme.
“Het is een ander soort dreiging, maar zeker niet minder belangrijk of onschuldig. Bij jihadisme worden fysieke personen aangevallen, er vallen doden en gewonden. Bij inmenging en spionage is de democratie op slinkse wijze het slachtoffer. De doelstelling van Rusland en China is hun eigen systemen in stand houden en andere verzwakken. We mogen niet toelaten dat een buitenlandse mogendheid de Belgische staat ondermijnt. Elke poging daartoe verdient onze aandacht, het doet er dan niet toe of hun doelwit een kleine garnaal is of niet.”
De twee landen worden vaak in een adem genoemd, maar hoe verschilt hun aanpak?
“De Russen willen vooral weten wat er gezegd wordt in de Navo en in de Europese Unie. Daarvoor werkten ze jarenlang met inlichtingenofficieren die een diplomatieke dekmantel hadden. De voorbije twee jaar hebben we er zo zestig het land doen verlaten, wat een serieuze slag gaf aan hun capaciteit. Ook in andere landen was er zo’n ‘persona non gratagolf’. We hebben het onszelf moeilijker gemaakt, want nu beginnen ze met andere covers te werken. Ze hebben geen diplomatenpaspoort meer, maar doen zich mogelijk voor als journalisten, medewerkers van ngo’s, of vertegenwoordigers van Russische culturele verenigingen. Meer en meer doen ze ook een beroep op informele inlichtingenmedewerkers: agenten die geen carrièrespion meer zijn, maar die hier naast hun reguliere job informatie aanleveren.”
Hoe halen jullie die er uit?
“Ze hebben heel uiteenlopende profielen. Het kunnen mensen zijn binnen de gemeenschap van de diaspora, maar ook zakenlui, academici of journalisten.”
En waar ligt de Chinese focus?
“Zij zijn een stuk discreter dan Rusland. Ze willen geen gezichtsverlies riskeren. In 2018 is hier
een Chinese inlichtingenofficier gearresteerd en uitgeleverd aan de VS, en sindsdien zijn zij een stuk terughoudender geworden. Hun inlichtingenofficieren reizen bijvoorbeeld minder heen en weer tussen China en Europa, uit angst voor arrestaties.”
“We zien dat hun rekrutering vaak in China zelf plaatsvindt. Ze nodigen bedrijfsleiders, politici en academici uit en beginnen hen te beïnvloeden. Daar nemen ze ook hun tijd voor. De technieken maken deel uit van een langetermijnstrategie die sterk gericht is op economische spionage.”
partner. Remt dat jullie niet af?
“Je moet daar een balans in vinden. Wij beseffen het economisch belang van China, het is maar normaal dat de regering er met een delegatie heen gaat. Maar als hoofd van een inlichtingendienst is het mijn taak om te wijzen op de dreigingen.”
Er komt een nieuwe strafwet aan rond spionage en inmenging. Zal dat voor jullie veel veranderen?
“Het zal vooral het gerecht toelaten om die zaken makkelijker te vervolgen. De wetten van vandaag zijn zeer oud. Spionage is alleen strafbaar in een oorlogscontext. In dossiers zoals de inmenging in het Europees Parlement (Qatargate, red.) moet er sprake zijn van corruptie om die feiten te kunnen vervolgen. Maar bij inmenging is er niet altijd sprake van betaling. Als je geen corruptie kunt blootleggen, dan is het soms heel moeilijk om er gerechtelijke gevolgen aan te geven.”
Voor uw mensen zal dat misschien wat frustratie wegnemen.
“Absoluut. Het is soms frustrerend als je duidelijke aanwijzingen hebt van inmenging maar dat die geen strafbaar feit vormen. Wij zoeken dan andere manieren om iemand duidelijk te maken dat hij verkeerd bezig is.”
Heeft Vlaams Belanger Steven Creyelman zo’n signaal gekregen na de inmengingspogingen via zijn broer?
‘Over specifieke dossiers kan ik niets zeggen.’
Jullie leggen nu voor jullie mensen de nadruk op vaardigheden zoals bronnenwerving of data-analyse. Verliezen jullie zo geen dossierkennis?
“Vroeger was iedereen hier een Zwitsers zakmes. ‘s Morgens rekruteerden ze een bron, ‘s middags schreven ze een rapport en ‘s avonds deden ze opzoekingen in data. Nu moeten onze mensen kiezen welk metier ze willen. Iemand die goed is in profielen zoeken op sociale media, kan op verschillende dreigingen werken. Er zijn nog experten in alle materies, en dat is essentieel. Maar de veranderingen van de voorbije jaren hebben duidelijk gemaakt dat we onze capaciteit soms snel op iets anders moeten inzetten. Dat moet hierdoor beter gaan.”
Jullie grootte is ook geen geheim meer. Dit jaar telt de Staatsveiligheid 1.000 mensen.
“Mijn voorganger is gestart met praten over cijfers toen we nog veel kleiner waren. Jaak Raes zei in 2016 dat we met onze 600 personeelsleden de lilliputters van Europa waren. Die openheid zetten we nu verder. Er zijn nog altijd geheime diensten bij wie het aantal agenten een staatsgeheim is.”
Zijn jullie nog altijd een lilliputter?
“We zijn nog altijd geen grote dienst. Maar het is wel storend dat zo vaak wordt gezegd dat buitenlandse spionnen hier zomaar hun gang mogen gaan omdat wij te klein zouden zijn. Of het nu gaat over Chinese inmenging, de uitwijzing van Russische inlichtingenofficiers of de inmenging in het Europees Parlement: ik denk dat die zaken wel aantonen dat andere landen hier geen vrij sNpieklohlaesbbVeann. h”ecke, Mark Eeckhaut