Multinationals worden gelijk voor de belastingwet
Het is de uitkomst van een lange strijd die in een stroomversnelling kwam na de financiële crisis van 2008 en belastingschandalen die onder meer door de Panama Papers en Luxleaks zijn blootgelegd: vanaf 1 januari 2024 is het voor multinationals met een omzet van meer dan 750 miljoen euro gedaan met shoppen tussen landen met de laagste belastingvoet. Vanaf dan moeten ze immers ongeacht de plaats van vestiging minimaal 15 procent vennootschapsbelasting betalen. De maatregel moet de race to the fiscale bottom een halt toeroepen. Internationale bedrijven beschikken immers over tal van mogelijkheden om hun winsten te verplaatsen naar belastingparadijzen. Een globale minimumbelasting moet ook de armlastige begrotingen van heel wat landen extra inkomsten opleveren. België hoopt op een opbrengst van 634 miljoen euro in 2024, zo berekende de FOD Financiën.
Het concept van een gelijke minimumbelasting voor multinationale bedrijven kreeg vorm in de schoot van de Oeso. In 2021 kwamen 138 landen overeen om de nieuwe afspraken in een wet te gieten. Voor de EU-landen gebeurde dat in eerste instantie op Europees niveau, in een richtlijn. België zette die richtlijn om in een wet die het parlement op 14 december van dit jaar heeft goedgekeurd.
Vanaf 1 januari 2024 moeten multinationals met meer dan 750 miljoen euro omzet minstens 15% belastingen betalen
De uitvoering van de heffing is bijzonder ingewikkeld. Het VBO is beducht voor de extra administratieve druk die dit zal leggen op bedrijven, waarvan de meeste sowieso al meer dan 15 procent vennootschapsbelasting betalen. Alleen een minderheid van vooral farma- en hoogtechnologische bedrijven zakt onder die drempel dankzij de innovatie-aftrek. Dat belastingvoordeel maakt België dan weer aantrekkelijk voor farmabedrijven. ‘Als de belastingregels steeds uniformer worden, zal een klein land in een open economie andere manieren moeten vinden om aantrekkelijk te blijven voor internationale bedrijven’, waarschuwt Rodolphe de Pirepont van het VBO. Vooral omdat grote landen als Frankrijk, Duitsland, Canada en zeker de VS nu honderden miljoenen aan subsidies in de concurrentiestrijd gooien om investeringen te lokken.
De beweging voor rechtvaardige fiscaliteit, waar Belgische ngo’s als Oxfam en 11.11.11. deel van uitmaken, vindt dan weer dat de minimumbelasting nog lang niet hoog genoeg is. In de jaren 80 bedroeg die gemiddeld 40 procent, vandaag 23 procent. Zelfs Joe Biden probeerde na zijn aantreden de vennootschapsbelasting op te trekken tot 28 procent, tevergeefs.
Bovendien, merkt Femmy Thewissen van 11.11.11. op, vloeien de extra belastinginkomsten toch weer vooral naar de rijkere landen. Vandaar dat onder meer de Afrikaanse landen ijveren om mondiale belastingafspraken niet langer binnen de Oeso – maar binnen de VN te maken.
En zelfs het Oeso-plan voor een rechtvaardiger fiscaliteit is nog maar voor de helft afgeklopt. Naast de minimumbelasting van 15 procent bevatte dat immers ook een zogenaamde digitaks: digitale reuzen zoals Meta of Google zouden daardoor niet langer hun belastingen uitsluitend betalen in het land waar de winst geregistreerd wordt, maar deels ook waar die gerealiseerd wordt. Een akkoord over dat luik wordt ten vroegste eind volgend jaar verwacht.
In ‘De Grote Markt’ duikt de economieredactie dagelijks in een opmerkelijke beweging in de economische wereld.