“Iedere mens heeft recht op zorg, maar dat lijken we niet langer evident te vinden”
“De Brusselse minister van Welzijn heeft extra middelen vrijgemaakt, maar het is niet genoeg, het is nooit genoeg” Michel Genet DirecteurDoktersvandeWereld
Al drie winters op rij slapen er asielzoekers op straat. Armoede en inflatie duwen steeds meer mensen naar de rand. In die dichtbevolkte marge is het aan organisaties als Dokters van de Wereld om mensen een perspectief te geven, al wordt dat steeds moeilijker.
“We hebben nog nooit zoveel psychologische problemen gezien. En ik zie geen perspectief op beterschap.” Als directeur van de Dokters van de Wereld België staat Michel Genet midden in de grootstedelijke problematiek. De vzw, die dit jaar haar 25ste verjaardag viert, verzorgt de thuislozen die hun nachten in de vrieskou doorbrengen, helpt dwalende asielzoekers aan medicatie voor de ziekten van de straat en zoekt mee met mensen die het moeilijk hebben naar medische en psychologische hulp. “Nog nooit zijn er zoveel crisissen op onze medewerkers afgekomen”, vertelt Genet. “We zien dat over de hele wereld, van Niger tot Oekraïne.”
Jullie verlenen zorg aan het Zuidstation in Brussel. Is dat dé plaats in ons land waar die moeilijke mix van problemen zichtbaar is?
“Absoluut. Ik begrijp wel dat het voor mensen beangstigend of onaangenaam kan zijn om op plaatsen als het Zuidstation te komen. Ik passeer er zelf elke dag. Maar als je die mensen niet helpt en hen wegstuurt, zoals deze zomer gebeurd is, dan verandert de situatie niet. De meesten van die mensen hebben geen andere plaats waar ze naartoe kunnen. Het systeem volgt niet. Onze zorgverlening stroomt over. Mensen die opgenomen zouden moeten worden met een ernstig fysiek of psychologisch probleem blijven nu op straat achter. De doorstroming is veel moeilijker geworden. Er is veel werk verzet, de afgelopen jaren. De Brusselse minister van Welzijn Alain Maron (Ecolo) heeft extra middelen vrijgemaakt, maar het is niet genoeg, het is nooit genoeg.”
“Eigenlijk zit ik daar wel mee, dat de gewone burgers die problemen niet meer willen zien, dat ze wegkijken. We willen het probleem weg hebben, opgekuist en opgeruimd. Maar dat lost niets op. Ik zie ook de politieke wil niet om een oplossing te vinden. Misschien verrast een politieke partij me straks wel, maar ik zie het niet. Het is overigens geen exclusief Brussels probleem. Ook in Antwerpen happen onze mensen naar adem.”
Daar komt een opvangcrisis bovenop. In hoeverre komen jullie daar tussen?
“( diepe zucht) We zijn nu al meer dan twee jaar bezig met die opvangcrisis. Met Dokters van de Wereld zijn we naar de premier geweest. We verzorgen die mensen in onze humanitaire hub, we hebben mensen proberen te verzorgen in het kraakpand in de Paleizenstraat. We hebben de federale overheid een roadmap aangeboden om uit de opvangcrisis te geraken. We hebben verschillende juridische acties van asielzoekers op straat ondersteund. Wat kunnen we nog meer doen? Er lijkt geen manier te zijn om de overheid te dwingen haar verantwoordelijkheid op te nemen. Deze crisis maakt me sprakeloos.”
“Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) zoekt een oplossing op Europees niveau. Volgens het nieuwe migratiepact bestaat die erin om minder mensen naar België te laten komen. Ik weet eigenlijk niet of dat haalbaar is. En al zeker niet of het haalbaar is vóór de verkiezingen van volgend jaar. En wie weet wat er daarna staat te gebeuren?”
Kunnen uw medewerkers hun werk eigenlijk nog doen?
“Mijn mensen zijn moe, we hebben te weinig middelen, de problematieken worden zwaarder. Maar ik ben altijd onder de indruk van onze mensen en hun motivatie om dit werk te doen. Aan de andere kant is het duidelijk dat onze kernwaarde – iedere mens heeft recht op zorg – onder druk staat.”
Ziet u de steun afnemen?
“Onze maatschappij begint te accepteren dat niet iedereen toegang heeft tot basiszorg. We rationaliseren die afbreuk van rechten: ‘Ah, die zijn anders, ze zijn niet van hier, het is dus aanvaardbaar dat ze niet de nodige hulp krijgen.’ Over een paar dagen word ik 58 jaar. Ik heb al moeten accepteren dat mijn kinderen zullen opgroeien in een wereld die klimatologisch anders zal zijn. Maar het lijkt erop dat mijn kinderen ook groot worden in een wereld waar uitsluiting en racisme steeds meer ruimte krijgen.”
Dokters van de Wereld kreeg ook al kritiek. Tijdens de hongerstaking van 2021 werden jullie ervan beschuldigd de aanstokers te zijn.
“Mijn mensen zijn moe, we hebben te weinig middelen, de problematieken worden zwaarder”
Hoe kijkt u daarop terug?
“Ik vond dat toen schandalig en dat vind ik nog steeds. Oorspronkelijk hadden we beslist om de hongerstakers niet bij te staan, ondanks het feit dat ze onze hulp hadden gevraagd. Maar we zijn uiteindelijk door de Brusselse overheid gevraagd om een minimum aan medische zorg te verlenen aan de hongerstakers. De World Medical Organisation is overigens duidelijk over hoe zorgverleners moeten optreden bij hongerstakingen: hongerstakers hebben recht op zorg, en je moet hun autonomie en hun manier van actievoeren respecteren. Toch werd er sterk geïnsinueerd dat wij hen tot die hongerstaking dwongen, dat wij hun lippen dichtnaaiden. Niets is minder waar. Ik heb na afloop wel excuses gekregen van een aantal journalisten over de manier waarop ze over ons hebben bericht.”
U bent van de groene beweging – eerst Greenpeace, daarna Ecolo – overgestapt naar een humanitaire organisatie. Waarom?
“Openbare zorgverlening heeft me altijd geïnteresseerd. Na Ecolo leek het me een boeiende nieuwe uitdaging. Ik zie de klimaatstrijd ook als een sociale strijd. Het bewustzijn daarover is gegroeid, de afgelopen jaren. Kijk naar het protest tegen de privévluchten van Code Rood. Maar ik moet toegeven dat het combineren van sociale rechtvaardigheid en de klimaatstrijd niet altijd even vlot gaat.”
“Ik zie die tegenstelling eigenlijk als een kwestie van termijnen. Wil je oplossingen op de korte termijn? Dan lijkt het wel alsof de een altijd de ander overboord moet gooien. Je hebt bijvoorbeeld wél een auto nodig om je baan te houden, terwijl het aantal auto’s op straat afgebouwd moet worden. Maar ik leg de verantwoordelijkheid om beter te doen bij onze overheden. Zij moeten dat beter inschatten. Bovendien heeft de klimaatcrisis een ernstig effect op de sociale strijd én op migratie. Mensen die hun grond niet meer kunnen bewerken door de droogte en de stijgende temperaturen, of stadsmensen hier die vastzitten in kleine appartementen met een slechte ventilatie. Dat zou ook meer meegenomen mogen worden in het openbaar beleid.”