Vrees voor duizenden vermisten onder puin in Gazastrook
Bijna 8.000 mensen zouden in Gaza nog onder het puin liggen, omdat de reddingsdiensten hen niet kunnen bereiken. De Gazanen zijn aangewezen op primitieve middelen zoals koevoeten en spades om puin te ruimen.
Door de aanhoudende Israëlische bombardementen liggen grote delen van Gaza in puin. Niet iedereen kan tijdig wegvluchten voor de bommen, waardoor onder de brokstukken nog duizenden mensen liggen. In Gaza is amper geschikt materiaal voorhanden om burgerslachtoffers onder het puin van platgebombardeerde gebouwen vandaan te halen. Het materiaal dat er is, blijft door een nijpend tekort aan brandstof vaak werkloos liggen.
Meer dan 21.000 dodelijke slachtoffers zijn er volgens het Gazaanse ministerie van Volksgezondheid sinds de Israëlische inval in Gaza al gevallen aan Palestijnse zijde. Dat cijfer is waarschijnlijk een onderschatting. Zondag meldde de Palestijnse Rode Halve Maan dat er 7.780 mensen vermist zijn die wellicht onder het puin van ingestorte gebouwen liggen. Ze baseren zich daarvoor op lijsten met namen en identiteitsgegevens van vermiste personen.
Onder hen zouden zich 4.700 vrouwen en kinderen bevinden. Voor de meesten van hen is er weinig hoop. Israël blijft Gaza fel bombarderen, waardoor reddingsacties nooit helemaal veilig kunnen plaatsvinden.
Gedateerde uitrusting
Als de bommenregen toch even ophoudt, zoals tijdens de tiendaagse gevechtspauze eind november, zijn de overlevenden onder het puin nog altijd moeilijk te bereiken. “Onze uitrustingen zijn zeer gedateerd en de civiele bescherming heeft sinds 2006 geen nieuw materiaal ontvangen”, getuigt kapitein Raed Saqr van de Gazaanse civiele bescherming bij Al Jazeera.
Israël beperkt de hoeveelheid brandstof en materiaal die Gaza binnenkomt. De schaarse middelen die reddingswerkers hebben, zijn daarom onbruikbaar. “Als we brandstof hadden, zouden we breekhamers en doorslijpschijven kunnen gebruiken”, zegt Anes Wafi, brandweercommandant in Khan Younis.
De Gazanen zijn aangewezen op primitieve middelen om puin te ruimen, zoals koevoeten, spades en ander tuin- en klusgereedschap. Vaak moeten reddingswerkers, samen met familieleden van de slachtoffers, met de blote handen overlevenden van een bombardement uit het puin bevrijden. Dat vertraagt het reddingswerk zo sterk, dat ze soms noodgedwongen een reddingspoging staken. “Het zou ons tien uur tijd gekost hebben om hen te bevrijden, terwijl er intussen een andere plek was aangevallen waar mensen sneller van onder het puin konden worden gehaald”, vertelt Wafi aan Al Jazeera over zo’n voorval. Wie de bombardementen overleeft, moet vaak vluchten zonder afscheid te kunnen nemen van overleden geliefden. Het alternatief is proberen te overleven in een ruïne.
Rituelen onmogelijk
Voor de Palestijnen is het niet alleen een bittere pil dat ze mensen moeten laten sterven onder het puin, maar ook dat hun doden er soms wekenlang blijven liggen. De overgrote meerderheid van de bevolking is er moslim.
“De rituelen rond begrafenissen zijn vrij strikt in de islam”, zegt arabist Dirk Debeaussaert (KU Leuven). “Die gaan gepaard met vaste rites. Doden moeten binnen de 24 uur begraven worden, een rituele reiniging van het lichaam vindt plaats en bij de begrafenis weerklinken klaagzangen en gebeden.” Maar de islamitische regels zijn “pragmatisch”, stelt Debeaussaert. “Als de nood er is, kan men ze deels aan de kant schuiven.”
Die nood is in Gaza duidelijk aanwezig. Er zijn te weinig mensen met kennis van zaken om elke begrafenis correct uit te voeren, en te veel doden om voor elk overlijden een begrafenis met de naasten te organiseren. Velen eindigen in massagraven.
Ondanks de pragmatische uitzonderingen, valt de impact van een verstoord of onbestaand rouwproces niet te onderschatten. “Er is zoveel miserie dat het behelpen is. Het gaat nog steeds in tegen de algemene praktijk voor moslims”, verduidelijkt Debeaussaert. “De psychologische en sociale impact van de oorlog wegen zwaarder dan de religieuze. De islam speelt geen hoofdrol in dit conflict, maar het blijft een totale ontregeling van het sociale en religieuze leven.”
Er zijn te veel doden om voor elk overlijden een begrafenis te organiseren. Velen eindigen in massagraven